Boombast-ions (3)

De bloeiende narcissen aan de Lange Voort hebben gezelschap gekregen van vele bloeiende soortgenoten in tuinen en middenbermen, overal bloeien witte en lila, maar ook kerrie-gele krokussen, de hyacinten bij mijn voordeur staan nu echt een roze mini-keukenhofje te vormen en de eerste wilgenkatjes spiegelen zich in het Oegstgeester Kanaal. Wat het weer betreft hebben de bomen dus geen bast-ions nodig. De meeste zijn nog wel kaal en met de zon op hun bast nodigen zij uit om hun stammen eens van dichterbij te bekijken.

Jonge bomen hebben allemaal een dunne bast, vaak glanzend. Dat verandert als ze ouder worden, dan barst en rimpelt de dikker wordende schorslaag die de uitdijende stam omhult. Of de oude buitenkant valt er in brokken of slierten af. Zo niet de beuk. Zijn blijvend dunne huid groeit mee met de stam die hij beschermt. Dat heeft wel een prijs: hij is kwetsbaarder dan andere bomen. De stam kan slecht tegen de zon en het risico op verwondingen is groter. En dat terwijl de gladde schors juist uitnodigt om er teksten of figuren in de kerven (zie foto 1)! Gelukkig heeft de beukenbast ook een indrukwekkend herstelvermogen. Bij geen boom kun je zó goed zien hoe een wond wordt gedicht: het nieuwe bastweefsel groeit vanuit de randen over het gat en sluit dat als een sluitspier af (foto 2). Maar er zijn grenzen: soms is de aanslag te groot, de weerstand niet toereikend of het herstel te langzaam. Dan zet de houtrot in en wordt er een gat in de boom gevreten (foto 3). Aan de dikke rand om de wond is te zien dat de boom tot het uiterste is gegaan met zijn herstelpoging. Maar het was niet genoeg. Hij kan het nog lang volhouden, met gat en al, maar heeft een zwakke plek nu, is vatbaar geworden. De dood is ingezet.

Tags: