Boombast-ions (4-slot)

Wat? Is er nóg meer aan die kale stammen te beleven? Ja hoor, genoeg voor weken, maar niet op deze plek: dit is een laatste greep. Met als eerste prooi een gevalletje boomkanker (zie foto 1). Bij een beuk, al had het even goed een berk kunnen zijn. Geen echte kanker, maar een infectie die plaatselijk een fors gezwel veroorzaakt. En voor uitzaaiingen kan zorgen. Ook opvallend: de bast van de uit de Noord-Amerika stammende Robinia (foto 2), die van alle bomen in Nederland wel de grofste moet zijn. En de onregelmatigste. Met brede schorsrepen die over de stam zigzaggen, langs knoestige verdikkingen. Zo siérlijk als de roomwitte trossen vlinderbloemen en het fijne lichtgroene blad zijn, zo ruw is de stam die alles draagt. Onder die ruwe buitenkant zit overigens puik hardhout dat niet voor het betere tropische onderdoet. Na te zijn geïntroduceerd als sierboom - de oudste in Europa zou sinds 1579 bij Kasteel Doorwerth staan, maar andere menen dat vader en zoon Robin de eerste pas in 1601 plantten en wel in de tuin van het Louvre - wordt de Robinia dus nu ook gekweekt voor het hout. Wel jammer dat hij weigert een beetje recht te groeien...
En tenslotte de treurwilg (foto 3). De dikke en doorgaans scheefgezakte stammen benaderen de Robinia voor wat betreft hun ruwheid, maar de ruige stroken schors vormen een regelmatiger patroon. In laagliggende luwtes tussen hoge schorsrichels zorgt de volle januari-zon voor een aangenaam klimaat, iets dat het lieveheersbeestje wel schijnt te kunnen waarderen. Het laat zich graag verleiden tot een winters zonnebad.

Tags: