Bosrank, de laaglandse liaan

Als de groene mist optrekt uit bos, park en duinen, wordt de ruwhouten wapening van onze natuur zichtbaar: stammen en takken. En de lianen van de Bosrank, onze wilde Clematis die zijn herfstverschijning extra glans geeft door pruiken harige vruchtjes als engelenhaar in kale boomtakken en kruinen te hangen. De bekende tuinclematis heeft wel handgrote, paarse of roze sterbloemen, maar koestert nogal bescheiden klimambities. De wilde Clematis op zijn beurt heeft slechts kleine, roomwitte bloemen, maar stelt daar een ongebreidelde lust tot klimmen tegenover.
Daardoor laat niet iedere Bosrank zomaar van dichtbij zijn herfsttooi van vruchtjes met harige uitsteeksels, de zogenoemde 'snavels', bewonderen (foto 1). Of eerder in het jaar, in de periode juni-augustus, zijn kleine maar fijne bloemen (foto 2). Als ze de kans krijgen, klimmen ze gezwind de bomen in - tot wel 30 meter hoog - om dan daar pas te bloeien. En in dat geval zijn alleen de gegroefde, houtige liaanstengels nog goed te zien (foto 3).

De Bosrank (Clematis vitalba) is een telg van de Ranonkelfamilie, de enige klimmer uit dat bonte gezelschap van opvallende bloeiers als Anemoon, Akelei, Ridderspoor, Monnikskap, Dotterbloem en natuurlijk de Boterbloemen. Hij komt voor in Limburg, maar ook in Oost-Nederland en het duingebied. Overal ter wereld groeien en klimmen er Clematissen, met meer of minder opvallende sterbloemen van 4 tot 8 bloemblaadjes. En vaak zijn ze, zoals het grootste deel van de Ranonkelfamilie, zeer giftig.
De Bosrank slingert niet strak om takken en stammen, zoals de Kamperfoelie zijn klimwerk doet, maar trekt zich met de rankende uiteinden van korte, bebladerde zijscheuten omhoog. De houtige liaanstengels blijven los langs de boomstammen hangen, licht kronkelend en tot armdikte aangroeiend.

Tarzan zal er niet voor naar Nederland komen, maar mocht hij zich bedenken: de lianen hangen klaar.

Tags: