Breedgeschouderde bikkels

De populier is wel breedgeschouderd, maar laat als eerste zijn grauwe, vochtige blad vallen. Ook de kastanje heeft een stoere tors, maar geeft zijn grote grijpvingerbladeren al vroeg op, ze verkleuren en verdrogen. De vlier klampt zijn laatste bladeren vast, maar is weer allerminst breed gebouwd. Nee, het zijn de eiken en de beuken die met massieve stammen en machtige armen nog een flinke vracht bladeren hoog boven het maaiveld houden. Op hen maakte de herfst nog weinig indruk. Goed, de beuken werden goudgeel. En vooruit: de eiken tonen minder fris. Maar méér krimp geven ze niet. Nog niet. Later pas. Want de kou gaat komen, de echte kou, en de wind. Herfststormen zullen aan de verkilde bladeren schudden en trekken tot ze toegeven, opgeven, niet anders meer kunnen dan zich laten vallen. En dan zullen ze om zich heen kijken en tevreden vaststellen dat ze de laatsten waren.

De eik en de beuk zijn de oude heersers van het bos in onze streken. Soms trekken ze samen op, vaak hebben ze hun eigen territorium. Ze zijn verschillend en makkelijk te onderscheiden en toch ook nauwe verwanten. De eik met zijn geribbelde stam, zijn kenmerkende lobbige blad en nóg kenmerkender eikels, is er altijd en overal: hij is de historische en prehistorische boom van onze streken, een als heilig beschouwde boom die dik en breed en hoog en vooral ook oud kan worden. De beuk met zijn gladde, grijzige stam, zijn gave en gladde blad en zijn nootjes, is een meer verfijnde en majesteitelijke boom die niet voor niets van buitenplaatsen houdt. En hij neemt vrijwel in zijn eentje de verantwoordelijkheid op zijn brede schouders om de bossen in herfsttinten te tooien. Wordt wat hoger, maar is ook gevoeliger dan de eik en wordt minder oud. Maar twee- of driehonderd jaar moet lukken.

Eik en beuk: een paar apart en beide afhankelijk van eekhoorns of Vlaamse gaaien voor hun voortbestaan. Immers, de vruchten vallen 'niet ver van de stam', waar kiemen geen optie is. Alleen als weggesleepte en begraven wintervoorraad - die soms vergeten wordt of té goed is verstopt - kunnen zij zich verspreiden. Hetgeen ze met succes hebben gedaan: hun herfstblad is overal tot diep in het jaar te zien. Bikkels zijn het.
Pas in de winter blijkt dat jónge eiken en beuken de echte bikkels zijn: zij houden hun blad tot in het voorjaar vast, hoe bruin en verdord het ook is.

 

Tags: