Het spreeuwt!!

Sommige vogels zijn bekend van hun acrobatische toeren aan pinda's en vetbollen, andere van hun nijvere gescharrel tussen de bladeren, weer andere van hun lieflijke zang in de avondschemer of hun gekras in kale kruinen, van hun groepsdutjes aan de waterkant, hun overvliegende V-formaties, hun statige waden, hun kwetterende stofbad, hun katachtige klagen. De spreeuwen doen niets van dat alles en maken pas indruk als zij gezamenlijk optreden: als zij gaan zwermen, in grote groepen hun strak geregisseerde luchtballetten uitvoeren en met veel kabaal in hun slaapbomen landen.
Dit zwermen begint in de zomer, na de broedtijd. Met kleine groepen eerst. En altijd aan het eind van de dag. Steeds meer spreeuwen sluiten aan tot er eind augustus enorme groepen van soms vele tienduizenden zijn ontstaan. Daarna vertrekken ze naar warmere oorden om te overwinteren. Maar tegelijkertijd komen er grote aantallen uit Noord-Europa en Rusland voor in de plaats. Die komen hier overwinteren en houden óók van zwermen: het zwermstokje wordt met verve overgenomen.

De meeste spreeuwen - en spreeuwenzwermen - zijn te vinden op het platteland. Maar ook de grote bomen voor het Centraal Station in Amsterdam waren ooit een beruchte verzamel- en slaapplaats waar horen en zien je verging en het aan het eind van de dag geen goed toeven was. Want voor het slapengaan doen de meeste spreeuwen nog even hun behoefte.
Nu is er een zwerm in Oegstgeest neergestreken - vlakbij, in een hoge boom aan de overkant. Na een hoop gevlieg. Het zijn er veel, maar het is geen megazwerm zoals je soms in de polders ziet. Toch bewonderenswaardig hoe ze allemaal in die boom passen en elke avond hun eigen plekje, want dat hebben ze, weten te vinden. 's Ochtends zijn ze vertrokken, naar hun eigen voedselplekken. Om pas tegen de avond weer bij elkaar te komen.
Waarom spreeuwen zwermen? Het zou een voorbereiding op de trek kunnen zijn. Anderen denken dat het is om 'koppen te tellen', weer anderen dat het enige bescherming tegen roofvogels biedt. Nog weer anderen zien het als een spel, waarbij elke spreeuw zijn directe buren volgt en opgaat in een geheel dat golft en pulseert. Roept u maar.

De spreeuw (Sturnus vulgaris) behoort tot de zangvogels. Meestal maakt hij scherpe geluiden tussen krassen en fluiten in, vooral in de grote groep, maar zingen kan hij ook. Dan imiteert hij andere vogels. Hij eet insectenlarven uit de grond, vooral in weilanden en 's winters ook wel bessen. Zowel mannetjes als vrouwtjes zijn 's zomers glanzend zwart en 's winters (meer) gespikkeld. De broedpopulatie is teruggelopen, maar met 600.000 nog respectabel. 's Winters kunnen er miljoenen te gast zijn.

Tags: