Klef-kruid

Bloemen houden van mensen, de reclame heeft ons dat ingeprent. Het zal. En wilde planten? Nou, soms meer dan je lief is. Wat er al niet aan aan je broekspijpen blijft hangen! Natuurlijk, zaden willen verspreid worden, alle begrip, maar de aanhankelijkheid van klissen, tandzaden, vergeetmijnietjes en nagelkruiden is wel wat opdringerig. En het kleefkruid gebruikt zijn hele, lange en lenige, plantenlijf: omhelst andere planten, struiken en nietsvermoedende voorbijgangers. Klefkruid! Eenmaal uit zijn liefdevolle greep bevrijd, blijven de kogelronde zaadballetjes achter.

Wel leuk voor op het schoolplein, de lange slierten waarin het kleefkruid groeit - en dat doet hij bijna overal: groeien. Het zijn niet alleen handige, zelfsluitende halskettingen, maar ze kunnen ook ongemerkt op iemands rug worden geplakt. Dat de zaadballetjes, die altijd twee aan twee zitten (foto 1), een opmerkelijke gelijkenis vertonen met de gelijknamige mannelijke geslachtsdelen, valt op die leeftijd vast nog niet op... 

Het kleefkruid vormt samen met een paar soorten bedstro en walstro de kleine walstro-familie: allemaal met dunne stengels, bladkransen en oogstekend kleine, meestal witte bloempjes (foto 2). Maar het kleefkruid is veruit de klefste en maakt de langste stengels die echter niet sterk genoeg zijn om uit zichzelf rechtop te groeien. Ze vleien zich daarom over lage planten of zoeken - met hun vele miniscule haakjes - steun bij hogere planten of struiken in de buurt. En dan komt het tot innige omhelzingen (foto 3).

Tags: