Lokbloemen

Lokbloemen, is dat niet dubbelop, zijn bloemen niet altijd lokkertjes? Nou, niet als de wind voor bestuiving zorgt, zoals bij de grassen en hun aanverwanten, die dan ook nogal onbeduidend bloeien. Of zoals bij veel bomen met hun katjes, propjes en ander onduidelijk, veelal kleurloos gebloei. Maar als insecten je moeten bestuiven, ben je als bloem natuurlijk wél op enig lokwerk gebouwd. Meestal. Als je dan toch klein bent, of kleurloos, of geurloos, kun je wel wat hulp gebruiken. En dan is het fijn als een stel grote lokbloemenbroers opvallend om je heen komt staan.
Dat aan die lokbloemen niets aan te beleven valt - geen honing, geen stampers, geen meeldraden: steriele nep dus - daar komen de insecten pas achter als ze de echte bloempjes al hebben ontdekt, daar vlakbij.

De bekendste lokbloemen in de zomertijd zijn waarschijnlijk die van de Hortensia's (foto 1), een bekende tuinplant - struik eigenlijk - die officieel Hydrangea macrophylla heet en in vele honderden variëteiten voorkomt. Vaak met een rand grote lokbloemen om de kleine vruchtbare bloempjes, ook bij de bekende klim-hortensia bijvoorbeeld. Maar vele hebben minder gedifferentieerde bloeiwijzen.
Iets eerder - in juni vooral - waren de lokbloemen van de Gelderse Roos al te zien (foto 3). Deze wilde struik die officieel Viburnum opulus heet en net als de vlier deel uitmaakt van de kamperfoeliefamilie, is inmiddels al bezig om glanzende, scharlakenrode bessen te ontwikkelen.
En tenslotte doen ook veel composieten een duit in het lokbloemenzakje met de gespecialiseerde lintbloemen die in een krans om de kleine buisbloemen in het 'hart' staan. De Zonnebloem doet het vooral indrukwekkend. De Korenbloem doet het al wat fijnzinniger en de Centaurie ofwel Echt Knoopkruid (foto 2, Centaurea jacea) is met zijn lange, paarse trompetjes een bij uitstek gracieuze verschijning langs dijken, in bermen en in grasland.

Tags: