Na de regen

Net droog, damp welt uit de vochtige grond. Geur van aarde, jonge bladeren en bloesem die weer aan het werk gaat. Geheimzinnige energie, levenskracht in plotselinge overvloed. Vogels kiezen het luchtruim, een merel fluit en de vink slaat zijn vaste akkoorden. De tjiftjaf tjiftjaft. Als dan de zon door de laatste wolken breekt (foto 1), dansen ook de muggen en zoemen hommels tussen nog druipende planten die erop los schitteren met de waterparels die zij in bruikleen kregen, een schat die ze koesteren op bladschalen (foto 2) en in bloemharten (foto 3).

Hangende druppels - aan bladpunten, takken, dakgoten, hekken en waslijnen - zijn geen lang leven beschoren. Vallen, ook als de wind blijft liggen. In de vorm van rolronde bolletjes. Want als water niet aan een oppervlak 'kleeft' - dat dan dus nat is - vormt het bolletjes: pakketjes met zovéél mogelijk inhoud en zo wéinig mogelijk oppervlak. Heeft alles te maken met de bijzondere eigenschappen van het watermolecuul en de oppervlaktespanning die daardoor ontstaat.
Regenwater dat op bladeren en bloembladen is blijven liggen, heeft vaak de vorm van zulke bolletjes, zoals kraanwater in een vette koekenpan. Het oppervlak van bladeren is namelijk ook vaak vettig óf bezet met heel fijne haartjes. Ter bescherming. Het regenwater kan zich dan tot de nartuurlijke bolletjes samentrekken. De grotere liggen er wat afgeplat bij: door hun gewicht en misschien nog een lichte hechtingskracht van het bladoppervlak.

Het effect van deze waterparels is en blijft schitterend, letterlijk en figuurlijk. Ook zonder natuurkundige verklaring. Voorjaar, na de regen: dat zijn de rijkste momenten.

Tags: