Neus in de lucht: terug in NL

Gek hoe je het voorjaar ruikt, zélfs als dat even een stapje terug doet naar de winter. Ik steek mijn neus in de lucht om de gordiaanse geurenknoop te ontwarren, maar merk al gauw dat ik de enige ben. De aandacht is bij supermarkt, Kruidvat, traîteur of wat de bestemming ook moge zijn. Valt het niemand op? Zeker, mijn aan Bonaireaanse lucht gewende slijmvliezen zullen die de eerste dagen extra gevoelig zijn voor nieuwe indrukken. Maar je moet wel geurblind en -doof zijn om deze cocktail van jong blad, bloemen, grond, vocht en zuurstof te missen.
Ruik even mee: de lentelucht. Zoals een parfum uit vele en moeilijk te onderscheiden ingediënten bestaat, is ook die een mix. Als zodanig herkenbaar, maar de onderdelen zijn moeilijk thuis te brengen, zelfs niet met mijn tijdelijk extra gevoelige reukapparaat. Op sommige plekken echter is er plotseling herkenning. De laan met populieren die hun vracht rood-paarse katjes uithangen in de wind en vlaag voor vlaag laten vallen, is omgeven door een even doodringende als moeilijk te omschrijven geurwolk. Een plattelandige lucht? Mwah. Iets ouderwets heeft het wel (foto 1).

Bij iedere hoek die ik omsla, dringt een nieuwe lucht mijn neusgaten en de daar klaarliggende zenuwuiteinden in. Iets zoetigs? Ik kijk rond en zie van alles bloeien. De gele Forsythia is het niet. Er staat meer dan genoeg, maar het ruikt nergens naar. De sierstruikige Skimmia - ook zo ongeveer om de andere tuin aanwezig en bloeiend met vage, want vuilwitte bloemstrossen - komt in aanmerking, levert zeker een bijdrage aan het bouqet. Net als de bloemen van de ook al niet al te Hollandse Magnolia (foto 2), de tulpenboom waar mijn onderzoekende neus nét bij de laagste tulp kan. En de vele, vele bloeiende sierkersen in tuinen en vooral in lange rijen langs de lanen? Ik kan er met mijn neus niet bij.
Bij volgende hoeken herken ik flarden mest die uit weilanden komen aandrijven, of van de bollenvelden die al grotendeels in bloei staan. Het kunnen natuurlijk ook de schamele groepjes hyancinten zijn die in vele voortuintjes hun stinkende best staan te doen. Het is de lucht van thuis, alles bij elkaar. Van het nu. Zoals we straks met versgemaaid gras richting zomer gaan, die daarna hooiig en bessig naar de herfst kruipt, de vocht-mossige en schimmelige opmaat voor de winter. Maar nu nog niet, nu is er voorjaar in de lucht: lentelucht. Ook als die grijs is en de temperatuur 's nachts het vriespunt nadert.

Op Bonaire is geen lente, geen lentelucht (lees gedicht 'Toch', Gedichten A-Z). Geuren genoeg, maar ze wisselen niet, alleen als het regent. Na de regen ruikt alles anders. Het is de lucht van daar, de lucht van thuis weg van huis. Hier is de lucht van thuis, van de Ribes bij de ingang van mijn tuin (foto 3). Ga met je hand langs de bladeren en je ruikt hem de hele dag...

Tags: