Oranje boven? Keizerskroon!

In het oranje geweld van troonswisseling en inhuldiging - geen kroning, nee, de kroon moest vanaf een kussentje toekijken - met Koningsspelen, Koningslied, Koningswals en Koningsvaart, werd hij node gemist: een Koningsbloem. Alsnog. Bij deze. En er vol overheen met de Keizerskroon! Wat kleiner, maar even trots, oranje en indrukwekkend als de enorme feestkronen op de Bijenkorf. Een telg uit de adellijke leliefamilie, natuurlijk, neef van de bekende oranje lelie en verwant met de vele kleurrijke types waarin dergelijke families nu eenmaal grossieren.
De Keizerskroon (Fritillaria imperialis) is een tuinplant uit Iran die het zonder de toewijding van hoveniers en de algehele bescherming van het hof, in het wild dus, niet zou redden. Maar die mét de juiste entourage heel lang mee kan en een koninklijke uitstraling heeft. Oranje meestal, soms ook goudgeel. Hij is de grote, exotische broer van onze eigen, inheemse kievitsbloem (Fritillaria meleagris), die zijn bescheiden klokjes in uiterwaarden en drassige graslanden luidt. En het soms moeilijk heeft daar. Ook híj wordt steeds vaker in tuinen gesignaleerd.

Terwijl de Keizerskroon rond Koningsdag al fier staat te bloeien, moet op het Koninginnenkruid (Eupatorium cannabinum) nog tot juli worden gewacht. Ze stamt ook niet uit een adellijk geslacht, nee, ze is er gewoon eentje van die grote composietenfamilie. Haar familieleden heten madelief of margriet. En overal in de buurt van water is ze te zien. Maar móói! Niet op de felgekleurde manier van haar nichtjes zonnebloem, korenbloem en goudsbloem, eerder zijn het de fijne, lila-paarse kleurschakeringen en structuren in de jurk van Taminiau die de Koningin droeg bij de Koningsvaart. Passend bij zwoele zomeravonden.

En een Republikeinse bloem, voor het evenwicht? Veel keus is er niet, de anti-monarchistische droom heeft nog niet erg kunnen inspireren. Een rode roos dan maar?