In schoonheid vergaan

In schoonheid vergaan (1) de bosrank of wilde clematis
In schoonheid vergaan (2) de wilde peen
In schoonheid vergaan (3) de judaspenning

Het lijken exotische verschijningen, maar het zijn 'gewone' planten van om de hoek of nog dichterbij, planten die het mooiste voor het laatst hebben bewaard. De bosrank (wilde clematis, foto 1) is ooit in mijn tuin komen aanwaaien en wil niet meer weg, hoewel dat wel beter zou zijn, want hij woekert en zoekt naar houvast om te klimmen. En dat is er niet. Een paar huizen verderop krijgt hij wel de ruimte en daar heeft hij als dank, hangend in een kersenboom, volop gebloeid. Inmiddels stelen de vruchtjes de show, met hun lange 'snavels' waarvan de haren straks ook nog wijd uit gaan staan. Dan zijn ze op hun mooist, maar ook een prooi voor de wind. 
De wilde peen (foto 2) staat iets verder weg, in de laatste nog niet gemaaide bermen, zijn schermen ontkleurd en verdroogd. De buitenste 'stralen' van die schermen - stralen die hun eigen schermpjes dragen met daaraan de stekelige vruchtjes - krommen naar binnen alsof ze de rest willen beschermen. Vandaar de bijnaam van de wilde peen: vogelnestje.
De judaspenning (foto 3) is hier nooit ver weg, hij bloeit en zaait en sterft en bloeit en zaait en sterft en staat daarom nooit op precies dezelfde plek, maar wel altijd op ongeveer dezelfde plek. Dat hij bloeide is nu al weer bijna een half jaar geleden en zijn platte ronde vruchten zijn allang niet groen meer, maar gedroogd en verweerd tot gouden vliezen. Hier en daar is nog een enkel zaadje tussen die vliezen blijven zitten, maar de meeste zijn allang aan hun voortplantingstaak begonnen.