Soldaatjes van Oranje

Een bivak, ergens aan de kant van de weg, oranjerode soldaten. Geruststellend klein zijn ze, dat wel, en dus geen bedreiging. Dat wil zeggen: niet voor mij. Maar wel voor de insecten - vliegen vooral - die massaal afkomen op de zoetig geurende bloemschermen van de berenklauw, waar de soldaatjes dan al geduldig zitten te wachten. Hmm lekker, vliegen! Daarbij pikt de uitgerukte patrouille gladde, langwerpige weekschildkevertjes en passent ook wel wat van de overvloedige nectar mee, maar dan toch vooral om de hoofdmaaltijd te begeleiden.

De bloeischermen van de gewone berenklauw zijn niet minder dan een gedekte tafel voor een breed scala aan vliegen, waar onder ook de als wesp of hommel vermomde zweefvliegen. Voor de soldaatjes zijn ze het ideale jachtterrein, maar niet zelden óók het hemelbed waar ze de liefde bedrijven en werken aan volgende generaties soldaatjes. Dan hebben ze even geen oog voor andere insecten, zoals op de foto's is te zien. Ook de larven die later uit de gelegde eitjes komen, zijn actieve jagers. Maar, vleugelloos als ze nog zijn, op de grond, waar ze het gemunt hebben op slakken en de larven van andere insecten.

De soldaatjes zijn niet de enige weekschildkevertjes in Nederland: zo'n vijftig soorten kruipen er rond, allemaal met gladde, langwerpige en zachte (weke) schilden. Maar het soldaatje is de bekendste, opvallendste. Waarom hij soldaatje heet is niet duidelijk, behalve dan dat ze zelden alleen opereren: als je ze ziet, is het doorgaans meteen een heel peloton ....

Tags: