Onverhoeds raasde er, middenin de zomer, een storm over het land en niet alle bomen - vol windvangend blad - hebben dat overleefd. Sommige gingen gestrekt in het park, andere langs of dwars over de straat. Na het luwen van de wind vulde de lucht zich met het gegrom van kettingzagen, de slachtoffers werden in hapklare brokken langs de weg gelegd, wachtend op vervoer, op een roemloze afreis zonder afscheid. Het zal wel iets over mij zeggen, dat gevoel. Zo ook dat bij al dat grove geweld mij als eerste een klein rupsje opviel, dat bezig was de enorme stronk van een afgevoerde abeel over te steken. Het beestje zag er verloren uit en dat kan ook wel kloppen, want het is de larve van de schilddrager, een nachtvlinder die wilgen en populieren (en dus ook abelen) als waardplant heeft. Hier woonde hij zonder iemand op te vallen door zijn camouflerende kleur en tekening. Maar nu, op het lichte hout van dit verse zaagvlak, valt hij juist extra op. Wat niet zonder gevaar is, als je klein en eetbaar bent. Volkomen gedesoriënteerd is hij op zoek naar zijn verdwenen thuis. Gelukkig staan er nog een paar van die grote abelen overeind, maar ja, vijftig of misschien wel honderd meter is voor zo'n klein beestje natuurlijk een hele afstand...
Stormslachtoffer
Geplaatst op 31 juli 2023