Suikerdiefje, tropisch klunsje

Gezellig, thee! Dol op mensen zijn ze, op hun tuinen, huizen en porches, op hun draadjes, haartjes, touwtjes, handige hoekjes en geinige gaatjes en op hun suikerpot. Gezellig, koffie! De hele dag in de weer - dag in, dag uit - met het maken van halve nesten op onmogelijke plaatsen. Druk-druk-druk op en neer vliegend met alles wat op draad, gras of veertjes lijkt, om dat nonchalant achter te laten op de eerste de beste tak, of liever nog een porchlamp of zoiets. Druk-druk-druk even wat eten. Gezellig, koekjes! En weer verder met het nest dat nooit af zal komen.

Ach ja, de suikerdiefjes van Bonaire. Als hun gammele nesten niet vanzelf uit elkaar vallen, blaast de wind ze wel weg: een pluizenbal die hulpeloos over het koraalgrind in de tuin rolt. Geeft niet, gewoon weer aan de slag met een volgend nest. Gezellig, een nestje bouwen. Onbegrijpelijk dat deze beunhazende, maar altijd opgewekte en onvermoeibare vogeltjes niet allang zijn uitgestorven! Gelukkig maar, want ze zijn leuk, deze zwartgele koolmees-lookalikes. Nou ja, meer gedrongen dan. En met een langere, gebogen snavel, En met rode mondhoeken en witte wenkbrauwen. En met het gedrag van een huismus. En een schril fluitje, geen mussentsjilp of koolmezendubbeltoon. Maar verder ...

Deze Caribische kool-huis-mus-mees-maar-dan-anders is een nectarliefhebber die ook een insect op zijn tijd niet schuwt. Als zijn lange snavel soms toch niet lang genoeg is, gebruikt hij die om de bloem aan de onderkant open te pikken en zo - het moet dan maar via een by-pass - bij de nectar te komen. Hij heeft per slot niet veel tijd, want er moet een nest gebouwd, druk-druk-druk.

Met zijn Papiamentse naam - Barika hel - neemt het suikerdiefje gepaste afstand van alles wat met drukte, nonchalance, brutaliteit of vreemde vogels van doen heeft en is hij gewoon het 'geelbuikje'.

Tags: