Vreemde kegels

Vreemde kegels (1) de vrucht van Magnolia grandiflora
Vreemde kegels (2) het blad van Magnolia grandiflora
Vreemde kegels (3) een doorgesneden vrucht van Magnolia grandiflora

Lopend door één van de vele rustige straatjes in het dorp viel mijn oog op deze bijzondere 'kegels'. Dat was het eerste woord dat in me opkwam, al was zonder meer duidelijk dat het hier bepaald geen den betrof. En was het wel een vrucht? Je zou gezien de tijd van het jaar immers eerder knoppen verwachten, uit de kluiten gewassen exemplaren in dit geval, van een super-rododendron of zo. Het groene, winterharde blad klopte wel, maar was veel te groot voor een rododendron en bovendien opvallend roestbruin aan de onderkant (foto 2). En die 'knop' zelf was ook echt te groot, te behaard en te bobbelig. Die leek meer op een ananas, maar was daar veel te klein voor en ananassen groeien niet aan een struik, laat staan in Nederland. En hij was te groot voor een ananasgal, die bovendien aan eiken groeit en dit was zeker geen eik. 
Toen zag ik een knop, aan het eind van een tak zonder kegel: een slanke, behaarde knop die me deed denken aan een Magnolia, de bomen die kaal maar trots op het voorjaar staan te wachten, bomen die je hier zelden op het vormen van vruchten kunt betrappen. Dan moest deze vreemde kegel een vrucht zijn, een vrucht die de winter trotseert. Ik zag er een paar op de grond liggen - die hadden de winter kennelijk niet getrotseerd - en nam er eentje mee naar huis om door te snijden en ja hoor, daar zag ik de bessen zitten (foto 3).

Het kon bijna niet anders of ik had hier te maken met Magnolia grandiflora, een groenblijvende soort uit het Zuidoosten van Noord-Amerika met, zoals de naam al aangeeft, enorme witte bloemen van wel twintig tot dertig centimeter doorsnee. Een wondertje dat ik niet mag missen, komende zomer. En ook wil ik, als tenminste één kegel de winter overleeft, het naar buiten komen van de bessen zien. Dat kan dan gelukkig op ooghoogte, want deze Magnolia mag in de streken van herkomst dan wel veertig of zelfs vijftig meter hoog kunnen worden, op het Europese continent blijft hij een stuk kleiner en in Nederland al helemaal. Dit exemplaar is in elk geval nog niet meer dan een flinke struik, even breed als hoog, een meter of vijf.