Wild 1: wilde eenden?

Wild in Nederland, rond de feestdagen denkt een mens er soms aan. De één denkt aan de vrije natuur die groeit, bloeit en vliegt. Maar hoe vrij kan die natuur zijn in een land van knutselen, hekken, uitzetten, wegvangen, uitzaaien, bijvoederen, afschieten, kortom regelen en beheersen? Een ander denkt aan de natuur van vroeger. Maar van welk vroeger: dat van de jagers, van steentijdboeren of dat zonder mensen? Weer anderen denken aan het ongetemde. Nee, geen pitbulls of hooligans: wildlife! Zelf dacht ik aan wat dezer dagen feestelijk bij de poelier hangt.

Het 'wild' van de poelier, dat past gewoon het best bij de tijd van het jaar. We hebben natuurlijk geen idee waar het vandaan komt, dat wild bij de poelier, hoe het leefde en stierf. Maar wél het geen gewone koe, gewone kip of gewoon varken was dat voor ons werd geslacht. Dat is belangrijk. We stellen ons er graag iets authentieks bij voor, met veel bos en buitenlucht en allemaal blije, volle dierenlevens. Dat proef je ook.
In zo'n plaatje zou de wilde eend het uitstekend moeten doen en toch is hij een vreemde eend in de bijt van het wild. Want geen enkele watervogel begeeft zich méér onder de mensen dan de wilde eend. En geen beest gedraagt zich tammer. Hij is dan ook de stamouder van de gefokte tamme eend die zich - wit, met een oranje snavel - graag onder de wilde eenden mengt. Tot het uiterste, zoals blijkt uit de vele 'wilde' eenden met witte vlekken.

De wilde eend voedt zich met kroos en insecten: allebei schaars in de winter. Maar daar hebben we wat op gevonden: we strooien brood en wat we verder kunnen missen. Dus zijn er véél wilde eenden in ons land, misschien wel een half miljoen. En in de winter - met de familie uit het buitenland erbij - mogelijk het dubbele. In de winter vindt ook de paarvorming plaats, waarbij het er ruig aan toe kan gaan: het verdrinken van concurrenten is geen zeldzaamheid. In februari al begint het broedseizoen en gedurende dat lange seizoen komen er 2 of 3 legsels van 6 tot 10 eieren uit. Het bruine vrouwtje doet - doodstil en onzichtbaar - haar broedwerk tussen de bruine bladeren en zwemt daarna met een sliert kuikens rond tot deze op hun eigen zwempoten kunnen staan. De gekleurde, groengekopte mannetjes zwemmen met gekrulde staarten rondjes tot zij weer in aktie moeten komen. Wat ze vervolgens met veel geraas doen, onder het toeziend oog van wandelaars met zakjes broodresten die geduldig wachten.

Wat echter pleit voor het wilde van de wilde eend- en dat maakt alles goed - is dat hij als enige watervogel bejaagbaar is. Van 15 augustus tot 31 januari om precies te zijn. Dat u het weet.