Winterval op zee

Onder vermanenden bladerval,
Door het weemoedig mispelrood,
Langs den vergrijzenden waterval,
De zwarte heesters huivrend en bloot,
Brengt de herfst langs zachte omwegen,
In droefnis stijgende voorteekenen,
Ons tot den winter, den zomer ter dood.
Op de zee, zonder bosschen en dalen,
Is herfst een machtlooze geest in het ruim,
Die door wolken mag dolen en klagen,
Maar zich nergens kan openbaren.
De groene golven vol drift en schuim
Worden in één nacht grauwer en stroever
Dan barre heuvlen en dragen ijs
In zware schotsen naar den oever,
Tot de wolken weerbarstig grijs.
De schippers die uit hun zuidelijke tochten
Den doortocht naar het Noorden zochten,
Den zomer meevoerend in hun boot,
Ervaren, verrast door de wervelingen
Die hen omsinglen en snerpend
doordringen,
De koude plotseling als den dood.
 
J.J. Slauerhoff

Home button