Stukslaande golven

Aan de rotsige oostkust, daar waar de passaat aan land komt, slaan de golven tot schuim uiteen. Ze 'blijven komen en blijven vergaan', zoals het gelijknamige gedicht beschrijft. Maar met onverminderde inzet: hoog spatten ze op, nóg hoger. Alles wordt zilt en nat, dat wel, maar de zee blijft waar zij is, vergeefs beukend op het onvermurwbare koraalmassief.