Botergoud

Nu in de aanbieding: botergoud! Niet het onduidelijke smeersel dat geen boter is - of wel? - en zeker geen goud, maar het goudeerlijke botergeel dat 100% natuurlijk is uitgestrooid in bermen, plantsoenen en weilanden, langs waterkanten en bosranden. Waar kanariegeel koolzaad verbleekt bij het vetgele glanzen van de laatste dotterbloemen en de goudgele rakkers die nog volop bloeien: speenkruid, paardenbloem en stinkende gouwe. In volgorde van opkomst. En gedrieën in eerbiedige afwachting van de boterbloem zelve. Hij komt.

Het speenkruid is nét geen boterbloem, maar wel familie. Dus het speenkruidse botergoud is geen verrassing bij deze vroege bloeier, vaak in maart al. Wel even geduld hebben: de bloemen beginnen de dag gesloten. En bij slecht weer blijft dat de hele dag zo. De speentjes groeien aan de dunne worteltjes, in de vochtige en beschaduwde grond. Daaruit kunnen nieuwe speenkruiden groeien: handig als de grond regelmatig op de schop gaat...

De paardenbloem is de meest opvallende van de drie, door zijn overdadige aanwezigheid in bermen, weilanden, gazons en tuinen, langs muren, stoepranden, overal. Met de penwortel die hem tot decimeters diep in de grond verankert, en vanwaaruit hij altijd weer kan uitlopen, is het een blijvertje. De bloemen zijn elk voor zich feitelijk een verzámeling, een boeket met korte, buisvormige bloemen in het midden en langere, lintvormige aan de rand. Hij dan ook een zogenoemde 'composiet', zoals ook de zonnebloem, margriet, madelief en de distels. En sla en andijvie, maar die zien we liever niet bloeien.
Hoewel cavia's en konijnen er wel pap van lusten en 'paardensla' ook wel als veevoer heeft gediend, betekent paardenbloem vermoedelijk nutteloze bloem. Zoals de paardekastanje het nutteloze neefje van de - eetbare - tamme kastanje is.

De stinkende gouwe is het minst botergoud van de drie, maar genoeg om 'gouwe' te heten. Misschien dat ook zijn goudgele melksap daaraan heeft bijgedragen. Als lid van de papaverfamilie - al zou je dat niet zeggen - is de aanwezigheid van melksap niet bijzonder. Wel de kleur en wat er zoal inzit. Door de jaren heen is dat materiaal voor hekserij en geneeskunde geweest. Om maar bij dat laatste te blijven: vooral bij oogaandoeningen en wratten. Deze liefhebber van bossen, achterompaadjes en schaduwhoekjes in de tuin heeft dan ook vele daaraan refererende bij- en streeknamen, waarvan wrattenkruid een algemeen gebruikte is.