De meeuwen komen

Het is wit en vliegt, zwemt ook. Het schreeuwt en schijt, gaat tekeer tussen vuilniszakken en zwermt boven stortplaatsen, volgt boeren die ploegen of mesten, vliegt achter vissersschepen aan, flankeert veerboten. Het rust op daken, lantaarnpalen, brugleuningen, het strand. Alert en onberekenbaar, zeer aanwezig. Als de Birds van Hitchcock, maar dat waren kraaien. "Zeemeeuwen!", riepen wij in Monnickendam. Het IJsselmeer leek ons zee genoeg. "Nee", klonk het later, "zilvermeeuwen of kokmeeuwen, want zeemeeuwen bestaan niet".

Zeemeeuwen bestaan natuurlijk wél, alleen is het niet één enkele soort. Het zijn al die wit-grijze vogels die bij de zee horen, maar toch ook graag - en steeds meer! - het door goedgeefse mensen bewoonde land opzoeken. Meestal zijn dat de grote zilvermeeuwen, met hun vervaarlijke gele snavel, of de kleinere roodgebekte kokmeeuwen die meer in groepen optrekken en als extra attractie 's zomers en 's winters van verenkleed wisselen. 's Zomers hebben ze een opvallende chocoladebruine kop, 's winters zijn ze helemaal wit-en-grijs met alleen nog een donkere stip achter het oor. Andere meeuwen, want die zijn er, komen niet zo vaak in de buurt. Misschien de kleine mantelmeeuw die - anders dan de naam doet vermoeden - even groot is als de zilvermeeuw, maar donkere vleugels heeft.

Broeden doen meeuwen in kolonies: in de duinen, maar ook wel in plassengebieden. Met succes, want er zijn er genoeg... Meer dan genoeg, vinden velen. De zilvermeeuwen trekken zich daar echter weinig van aan en proberen het tegenwoordig ook op daken in de stad. Brutaal, zoals ze dat ook op straat zijn. En op het strand. Mensen die daar iets zitten te eten, mogen zich verheugen op de nadrukkelijke belangstelling van een schare volwassen witzilveren of bruingevlekte pubermeeuwen. Meestal wachten ze, steeds een stapje dichterbij komend, maar soms komen ze hun gading halen. Ook landinwaarts kunnen ze toeslaan en de patat stelen waaraan de rechtmatige eigenaar nog aan bezig is. Waaruit behalve een gebrek aan manieren ook blijkt dat meeuwen niet heel erg overtuigde carnivoren meer zijn. Waar ze overigens niet minder angstaanjagend van worden.
Zo beginnen de agressieve vogels uit de film van Hitchcock langzaamaan werkelijkheid te worden, vooral in de kuststreek. In een witgrijze meeuwenvariant. Het schelle geluid, hun voortdurende activiteit, de brutaliteit, de aantallen: het is intimiderend. Bestrijding heeft nog weinig geholpen en eten doen we ze niet meer. Een lichtpuntje: slachtoffers en potentiële slachtoffers kunnen wel terecht op een heuse klaag-site.

Maar welbeschouwd zijn het ook móóie vogels, slim, met menselijke trekjes. Perfecte 'all weather'-beesten zijn het, de zeemeeuwen die blinken in de zon, meedruipen met mist en regen, scherp afsteken tegen de blauwe lucht en opgaan in het grijs van grauwe dagen. We kunnen ze niet missen. Maar het zouden er wel een paar minder mogen zijn ...

Tags: