De (on)gewone helmbloem

De verschillende helmbloemen zie je nooit tegelijk. Als het voorjaar binnengolft, de vogels zich roeren in nog kale bomen en vroeg uitgelopen struiken van de eerste zon genieten, komt tussen het dode blad de eerste helmbloem op: de purperen Voorjaarshelmbloem. Pas als die verpietert, meldt zich de volgende: de Gele helmbloem. Op oude muren, maar - gekweekt en verwilderd - ook op andere schaduwplekken. En in juni krijgt deze notoire langbloeier gezelschap van nummer drie: de kleine en nogal bleke Rankende helmbloem. Maar nooit op dezelfde plekken. Rankende helmbloemen kruipen en klauwen door lichte bossen en bosranden op het zand van Oost-Nederland, vaak massaal. Ze bloeien tot aan de herfst, net als Gele helmbloem, maar treffen die dus nooit. Ook de Voorjaarshelmbloem zou, hoe lang hij ook bloeide, de anderen nooit ontmoeten: in het duingebied, parken en buitenplaatsen komen de Gele en Rankende helmbloem niet voor.

Toch hebben ze veel met elkaar gemeen. Voorjaarshelmbloem (Corydalis solida), Gele helmbloem (Corydalis lutea) en Rankende helmbloem (Corydalis calviculata) vormen samen een geslacht binnen de Papaverfamilie. Alledrie zijn ze schaduwminnend, ze zijn even broos en fijngebouwd en voelen glad en vochtig aan. Én ze hebben natuurlijk 'helm'-bloemen, al vergt het wel enige fantasie om dat te zien en zijn die van de rankende daar bijna te klein voor.

Naast de gewone Nederlandse helmbloemen - die al niet zo heel gewoon zijn - is sinds kort ook een ongewone Chinese indringer te zien, een helmbloem die zich spontaan in je tuin kan vestigen en dan al eerder bloeit van de Voorjaarshelmbloem, zoals ik eerder dit jaar ontdekte. Begin april nam ik hem op in mijn fotoblog 'Met het oog geschoten'. Het is de Corydalis cheilanthifolia, de varenbladige helmbloem, een geïmporteerde en kennelijk verwilderde soort met vrij grote, lichtgele bloemen.

Tags: