Een luizenleven

Zomaar zijn ze er, samenscholend in de schaduw, op de weke onderkant van jonge, nietvermoedende bladeren. Of juist in de zon, rond vlezige, snelgroeiende stengeltoppen. Overal waar sap rijkelijk stroomt en er weinig meer nodig is dan een rietje om erbij te komen. Gedrang en genieten, bladluisje-aan-bladluisje. Druk als het strand op een zomerse dag. De groene kozen voor de rozen, de zwarte zwelgen in digitalis, kamperfoelie, bruidssluier. In de weer dan maar weer, met zeepsop en spiritus, of eerst even de tijd nemen voor dit bijzondere schouwspel?

De 2 à 3 mm grote - of beter gezegd: kleine - bladluizen komen in meer soorten dan 'groen' en 'zwart' voor, maar ze lijken op elkaar en doen allemaal hetzelfde: plant bezetten, zuigen, voortplanten, volgende. Het seizoen begint als de eitjes uitkomen die in het najaar op de gastheerplanten werden afgezet - bladluizen hebben zo hun specifieke voorkeuren op dat punt - en de zogenoemde 'stammoeders' tevoorschijn komen. Die beginnen zonder enige vorm van bevruchting jongen te produceren - geen eitjes, maar jongen met alles erop en eraan - die ook al snel weer jongen produceren. Na een paar generaties vleugelloze exemplaren, wordt er een generatie gevleugelde bladluizen geboren (foto 1). Die zwermt uit en koloniseert nieuwe planten: in een mum van tijd zijn er weer een paar generaties ongevleugelde bladluizen geproduceerd, die gelukzalig aan het infuus van de nieuwbezette plant hangen. En zo gaat dat door.

Is er dan niets wat het oprukken van de bladluis afremt, anders dan zeep en spiritus of ingrijpender bestrijdingsmiddelen? Natuurlijk. Behalve vogels zijn het vooral andere insecten die het op de bladluizen hebben voorzien. De bekendste is het lieveheersbeestje: met name de larve is een serieuze luizenschrokop.
En de mieren dan, die je vaak bij de bladluizen in de buurt ziet (foto 2)? Helaas, daar hebben we niets aan, die lopen hun kudde te herderen. Want in ruil voor bescherming en hulp bij het koloniseren van nieuwe planten, worden bladluizen door mieren 'gemolken': na professioneel kietelwerk staan de luizen gewillig wat suikerwater af...

Pas in het najaar worden er 'gewone' vrouwtjes en mannetjes geboren. Na de paring leggen de vrouwtjes hun bevruchte eitjes op de geëigende gastheerplanten. En dat is het begin van het luizenleven in het volgende jaar.

Tags: