Geknipt en geschoren

Geknipt en geschoren (1) laag gehouden hulst aan de rand van de hei
Geknipt en geschoren (2) een hulst die toch de weg omhoog heeft gevonden
Geknipt en geschoren (3) lage hulst met uitzicht

Je zou denken dat van alles wat groeit op en rond de Dwingelose hei, de hulst het minst heeft te duchten van hongerige tanden en tongen, van de heideschapen dus die er in grote aantallen rondlopen en - vooral aan het eind van de winter - op zoek zijn naar iets eetbaars. Wat dan ook. Maar harde, scherp gestekelde hulstbladeren? Toch zien deze donkergroene kussens (foto 1) er uit of ze in vorm worden gehouden door nijvere tuinmannen. Eh, tuinschapen dus. En bij nadere bestudering is dat ook duidelijk te zien.

Natuurlijk moeten er verderop ergens volwassen hulststruiken staan die zorgen voor de bessen waaruit deze dwergen zijn gegroeid; misschien van voor de tijd dat hier opnieuw schapen kwamen, nu om reden van natuurbeheer. En die nieuwe schapen weten deze nieuwe hulst kennelijk te vinden op het cruciale moment dat de knoppen uitlopen en er lichtgroene, nog zachte blaadjes tevoorschijn komen. Voor de hulst is er dan geen doorgroeien aan.
Hoewel, sommige laten een voorzichtig opwaarts stammetje zien.
En ja, ergens zie ik een geschoren pol die - boven een smalle taille en net buiten het bereik van de gulzige schapenbekken - weer breder uitdijdt en daarmee op weg lijkt een min of meer normale struik te worden (foto 2).

Zo'n doorbraak zal niet overal lukken en de hulstpollen die besloten om zich buiten de bescherming van de bomen op de open hei te vestigen (foto 3) weten dat; zij lijken een dergelijke ambitie te hebben opgegeven.