Gele snelweg naar de zomer

Gele snelweg naar de zomer (1) Raapzaad
Gele snelweg naar de zomer (2) Boterbloemen in Zeeuws Vlaanderen
Gele snelweg naar zomer (3) Paardenbloemen

De narcissen hebben we inmiddels achter ons gelaten, op weg naar de zomer. De paardenbloemen houden vol en blijven ons nog even vergezellen, maar nu is het hoog opschietende raapzaad (of koolzaad, in het voorbijgaan zijn dat twee druppels water) onze belangrijkste gids tót aan het punt waar straks de boterbloemen het laatste stuk voor hun rekening nemen. Samen gidsen ze ons van het vroege voorjaar naar het begin van de zomer, een gele wegmarkering die aangeeft hoever we gevorderd zijn met onze jaarlijkse reis door de seizoenen. En niet alleen langs de snelweg, maar net zo goed langs N-wegen, dijken, polderwegen en fietspaden, overal waar bermen, slootkanten, weilanden en dijken het verkeer plichtsgetrouw begeleiden. Zoveel geel, dat kan geen toeval zijn en dat is het dan ook niet. Vliegende insecten kunnen die kleur goed zien en worden zo verleid om hun bevruchtende werk te komen doen.
Eenmaal aangekomen bij de zomer zullen kruiskruid, sint Janskruid, boerenwormkruid, rolklaver, guldenroede en niet te vergeten de wegenzoutresistente muurpeper zorgen voor een voortzetting van de gele lijnen die ons er brachten, maar hun zonnige geel wordt dan afgewisseld met het wit, rood, roze, violet en blauw van de vele andere bloemen die met smart op de zomer hebben gewacht.