Haantje de glimste

Haantje de glimste (1) elzenhaantjes op een elzenblad
Haantje de glimste (2) populierenhaantje op een populierenblad
Haantje de glimste (3) coloradokever op zoek naar aardappelblad

Er glinstert iets op de bladeren, de gehavende bladeren van de els die zich - zo goed en kwaad als ze dat nog kunnen - warmen in de nazomerzon. Dichtbij blijken het kevertjes te zijn, pikzwart en tegelijk blauw glanzend; hun rugschilden weerkaatsen de zon. Ze doen zich er te goed aan de snel slinkende voorraad bladgroen van hun lievelingsboom. Elzenhaantjes zijn het, telgen uit de familie van de bladhaantjes waarvan de leden elk op één sprecifieke boom of plant gespecialiseerd. Het is dat je het weet: dat ze - uit puur zelfbehoud - nooit zo ver zullen gaan dat ze hun enige voedselbron uitroeien, anders zou je je nog zorgen gaan maken. Want zo ziet het er dus wel uit. Een slagveld met veel kleine winnaars en één grote verliezer, net als bij de ongelijke strijd tussen de zuring en het groen zuringhaantje, die hier twee maanden geleden in beeld werd gebracht.

Het populierenhaantje (foto 2), dat de populier als lievelingsslachtoffer heeft gekozen, is twee keer zo groot als het elzenhaantje, maar nog steeds niet meer dan ruim een centimeter. Ook hij glimt erop los met zijn roodbruin metallic dekschilden, zoals alle bladhaantjes dat doen. Bijna alle.
De coloradokever (foto 3), die eigenlijk beter aardappelhaantje had kunnen heten en qua grootte tussen het elzen- en populierenhaantje in zit, vormt de spreekwoordelijke uitzondering die de glimregel bevestigt. Vreemde strepen, niks egaal en metallic. Zijn excuus? Hij is niet van hier is, net als de aardappel. Beide zijn ze uit Amerika gekomen, kort na elkaar. En sindsdien zijn ze ook hier onafscheidelijk, tot groot verdriet van de aardappeltelers.