Mantel van Mangrove

Schuimende golven aan de ene en rustig kabbelen aan de andere kant, tussen die twee kusten ligt Bonaire. Maar er is nog een derde kust. Lac, de grootste en mooiste lagune van het eiland, waar ondiep water en wit zand samen onwaarschijnlijke kleuren blauw geven, gaat in een mantel van mangroves gekleed. Glanzend groen hangt die om haar bevallige, ronde schouders. Een mantel der liefde. Tussen zijn hoge poten biedt de mangrove beschutting aan jonge vissen, terwijl in zijn takken de pelikanen, fregatvogels en bruine boebies mogen rusten. 

De Mangrovemantel rondom Lac wordt gevormd door twee soorten mangrove die in min of meer concentrische ringen om de baai liggen. Direct aan het water - in het water, beter gezegd - groeit de rode mangrove. Die wit bloeit, verder ook weinig roods laat zien en in het engels dan ook gewoon mangrove heet. En daarachter, aan de landkant, heerst de witte mangrove, die in het engels vreemd genoeg black mangrove heet. What's in a name ...

De rode mangrove (Rhizophora mangle) staat met zijn wortels onder water in de dichte modder en krijgt daardoor weinig zuurstof. Daarom heeft hij 'luchtwortels'. Uit de laagste takken groeien die naar beneden tot in het water en geven deze mangrove het kenmerkende aanzien van een boom die op stelten in zee staat (foto 2). De vele wortels houden slik dat van het land spoelt vast, Nog belangrijker is dat op en tussen deze wortelwirwar allerhande dieren en diertjes kunnen leven en groeien. Met zijn optimale beschutting en vele voedsel is dit de kraamkamer van veel vissen van het beroemde Bonaireaanse koraalrif.
De witte mangrove (Avicennia germinans) is de mangrove van de landkant, die deels in het water en deels in drooggevallen zoute modder groeit. Ook deze mangrove heeft een zuurstofprobleem, maar lost dat anders op: de luchtwortels groeien niet uit de takken naar beneden, maar vanuit de wortels omhoog. Dat levert het beeld op van velden uit het water of het slik priemende vingers (foto 3). Net als bij de rode mangrove hebben de zaden de bijzondere eigenschap dat ze al kiemen terwijl ze nog aan de boom hangen. Ze vallen als jonge plant in het water en drijven naar een geschikte plek om zich te vestigen.

Zachtjes wiegend op hun zeebenen kijken de rode mangroves uit over de baai. Bij Sorobon scheren kleurige windsurfers over het water en bij Cai lichten de grote hopen Karkó-schelpen in de zon. De witte mangroves komen intussen niets tekort: rode flamingo's waden statig door de landinwaartse zoutplassen.