Mee-eters

Mee-eters (1) klimopbremraap langs het schoolplein
Mee-eters (2) een klimopbremraap van dichterbij
Mee-eters (3) de jongste en de grootste klimopbremraap

Langs het schoolplein, hier net om de hoek, groeit een randje klimop. Het is klimop die niet klimt omdat het hek geen houvast geeft, ook voor kinderen niet. Vandaar waarschijnlijk. Tot zover niets aan de hand, alles normaal. Maar wat komt daar nou plotseling uit tevoorschijn? Want hoewel ze alweer lijken te verdorren, ze zijn er net. Maar nee, van dichterbij blijkt dat ze in de bloei van hun leven te zijn, alleen ontbreekt alle kleur of nou ja, er zijn alleen tinten bruin, crème en roomwit. Dit is de klimopbremraap die in Nederland tot voor kort alleen bij Maastricht voorkwam, maar de laatste jaren soms ook te vinden is in meer noordelijke stedelijke gebieden, waar onder Leiden. Hij is daardoor niet superzeldzaam meer, maar nog altijd zeldzaam en allerminst gewoon. Bovendien: je ziet hem ook gauw over het hoofd door dat rare gebrek aan kleur.
Het is een heuse parasiet, dat wil zeggen: een organisme dat voor alles afhankelijk is van zijn gastheer, in dit geval de klimop. Ergens onder de grond heeft hij zich als het ware vastgezogen aan de wortel van de klimop en neemt daar alles uit op wat hij nodig heeft. Hij heeft dus ook geen bladgroen nodig voor zijn energievoorziening. En de klimop? Nou die kan dat wel hebben, die vertoont geen spoor van overlast door deze ongenode gast. 
Naast de klimopbremraap zijn er nog diverse andere bremrapen die samen een eigen plantenfamilie vormen, elke soort met een eigen gastheer waarnaar deze dan meestal ook is genoemd. Soms op een wel zeer plastische wijze, zoals de Klavervreter en de Hennepvreter.