Mos, mos en mos

Mos, mos en mos (1) een Bekermos uit het geslacht Cladonia, een korstmos
Mos, mos en mos (2) Halvemaantjesmos (Lunilaria cruciata), een levermos
Mos, mos en mos (3) Gewoon muursterretje (Tortula muralis), een bladmos

Het ene mos is het andere niet, sterker nog: sommige mossen zijn helemaal geen mos. Iets plantaardigs, laag, zonder wortels op de een of andere ondergrond geplakt? Mos. Ach, what's in a name. En ach, wat is nou echt. De echte mossen volgens de boekjes zijn de zogeheten Bladmossen: groen, min of meer harig van uiterlijk, vaak in kussentjes (of hele grote kussens!), een verzameling miniplantjes met steeltjes en blaadjes. Zoals het Gewone muursterretje (Tortula muralis, foto 3), dat opzichtig op muurtjes en tussen de tegels groeit. Maar er zijn ook Levermossen - anders, maar nog wel enigszins verwant met de Bladmossen - en Korstmossen die een verhaal apart zijn.
Levermossen groeien als plakkaten, zonder stengels of iets wat daar op lijkt en met zeewierachtige bladeren. Het gewoonste en meest voorkomende levermos heet Parapluutjesmos (Marchantia polymorpha). Zonder de parapluutjes - die verwijzen naar de 'bloei' van dit plantje - ziet dat er uit als op foto 2. De mini-bekertjes op de blaadjes - nog meer mini dan het plantje zelf al is - zouden dan het begin van de bloei zijn. Maar.... dan moeten ze wel cirkelrond zijn en niet - zoals hier - op een halve maan lijken: in dat geval is het namelijk Halvemaantjesmos (Lunilaria cruciata, foto 2). Ook dat is dol op vochtige, schaduwijke grond en kan dan uitgestrekte 'velden' vormen.
Korstmossen zijn zoals gezegd een verhaal apart. Het zijn kleurloze schimmels die huisvesting bieden aan gekleurde, eencellige algen: een samenwonen tot wederzijds voordeel dat symbiose wordt genoemd. De schimmel bepaalt de vorm, zorgt voor hechting op de ondergrond en neemt water en mineralen op. De alg zorgt voor de kleur en de fotosynthese: het opvangen van zonlicht en het omzetten van de energie uit dat licht in suikers en zetmeel. Korstmossen kunnen zeer uiteenlopende vormen hebben: van plakkaten op een vlakke ondergrond tot draadachtige structuren die aan boomtakken hangen. Maar het kunnen ook kleine trompetjes zijn zoals bij de Bekermossen van het geslacht Cladonia (foto 1).

Een bladmos op steen, een levermos op aarde en een korstmos op hout, alledrie op slechts een paar meter van mijn huis.
Het zal wel niet tellen, maar ik vind het biodiversiteit.