Muurleeuwenbek

Muurleeuwenbek (1) kluwen van bloem, blad en stengels
Muurleeuwenbek (2) stengels op zoek naar houvast
Muurleeuwenbek (3) uitgebloeide bloem die naar spleet in de muur draait

Hij groeit op muren, de naam zegt het al. Liefst op oude muren met zacht cement en in elk geval met spleten en gaten. In mijn geboorteplaats had ik hem vast op de grachtenmuren kunnen zien groeien, als ik er op gelet zou hebben. Maar toen waren die kademuren vooral om op te zitten, over het water te kijken en een hengeltje of netje uit te gooien. En nu ontdek ik hem in mijn huidige woonplaats, in mijn eigen straat op een tuinmuurtje (zie foto 1). Alles is klein aan de muurleeuwenbek, de bloempjes die aan kleine viooltjes doen denken (maar waar hij geen familie van is), de blaadjes die aan klimop doen denken (maar waar hij ook geen familie van is), de blaadjes die een beetje vlezig zijn en roodpaars aan de onderkant en de vele stengeltjes die houvast zoeken in spleten (foto 2), daar makkelijk wortelen en zo voor een vegetatieve vermeerdering van de plant zorgen.
Naast die vegetatieve vermeerdering zorgen de bloempjes - die in april verschijnen en dat niet zelden tot in september blijven doen - ook voor een geslachtelijke voortplanting. De twee gele knobbeltjes op de onderlip (op de foto niet zichtbaar) en de streepjes - het honingmerk - op de bovenlip trekken insecten aan die zich daar tussendoor wurmen en voor de bevruchting zorgen. Na de bevruchting buigt de bloemsteel zich af van het licht (en dus naar de muur) en lijkt daarbij op de gekromde arm van een trommelslager, waaraan de plant zijn wetenschappelijke naam Cymbalaria heeft te danken. Met een beetje geluk weet die gekromde arm van de uitgebloeide bloem (zie foto 3, links van het midden) tenminste één zaad in een spleet van de muur te drukken.

De muurleeuwenbek (Cymbalaria muralis) is oorspronkelijk afkomstig uit het noorden van Italië en de Balkan, maar al eeuwenlang in onze contreien te zien. Hij wordt al vermeld in het beroemde Cruydtboeck waarmee Dodoens in de zestiende eeuw begon. In de uitgave van 1644 is opgetekend dat soort in Delft is uitgezet en zich inmiddels op diverse plekken vestigt. Nog altijd is de muurleeuwenbek niet heel algemeen, maar in met name stedelijke gebieden lijkt hij zich wat uit te breiden.