Onder stoelen en banken

Onder paddestoelen zelf is het algemeen bekend: dat ze niet alleen van de herfst zijn. Elfenbankjes (foto 1), berkenzwammen (foto 2) en hun verwanten zijn er zelfs het hele jaar, terwijl de rest een ondergronds bestaan leidt als wit myceliumdraad in bodems, bladresten, oude stronken en stammen. Uit die schimmelige schuilplaatsen komen vanaf begin juli de paddestoelen omhoog, elke soort op de eigen tijd. Als het vochtig is, anders later. Zo kán het toch nog tot de herfst duren, ja. Maar sommige stoelen en banken blijven dan wel weer tot ver in de winter staan.

De oesterzwam (foto 3) is zo'n volhouder. In het park van kasteel Oud-Poelgeest droeg een oude beuk dit forse exemplaar. Hij groeit ook wel op andere loofbomen, maar de beuk is een favoriete ondergrond van deze schelpvormige paddestoel waarvan er hier een hele groep vrijwel steelloos uit een wond in de stam groeit. Jonge exemplaren - die van boven grijs, blauwig of geel zijn en van onderen wit: daar waar de zogenoemde 'plaatjes' zitten waaraan de sporen groeien - zijn eetbaar en de oesterzwam wordt daarom sinds 1980 in Nederland gekweekt. Oudere exemplaren zijn vaak donkerbruin, zoals op de foto. De oesterzwam houdt het tot laat in het najaar vol en, afhankelijk van het weer, zelfs tot in de winter.

Bij de eerste nachtvorst houden de weke paddestoelen het voor gezien: ze vergaan, lijken te smelten tot een snottige massa. Maar de steviger jongens laten zich niet zo snel kennen. Zoals de leerachtige oesterzwam dus. Maar vooral geldt dat voor de kurkachtige elfenbankjes en berkenzwammen. De in januari gefotografeerde elfenbankjes groeien op de stronk van een berk, maar zijn niet kieskeurig: afstervend hout van welke boomsoort dan ook kan op hun gezelschap rekenen. Aan de lichtgekleurde onderkant hebben ze, anders dan de oesterzwam, geen plaatjes: de sporen groeien in buisjes. Dat is eveneens het geval bij de veel grotere berkenzwam, die - de naam zegt het al - juist wél een sterke band met een enkele boomsoort heeft. Binnen die beperking is hij echter wel weer zo ruimdenkend dat hij zowel op dode als (nog) levende berken groeien wil.

Tags: