Pasen, prachtig weer en dan met de kleinkinderen in Drenthe: zand en water, het ven. Waarin duizenden kikkervisjes blijken te zwemmen die gevangen moeten worden en daarna - onder protest - ook weer vrijgelaten. En als je dan toch samen over het ondiepe water staat gebukt, zie je na een poosje ook andere dingen bewegen. Dingen? Ja, op het eerste gezicht zijn het levenloze proppen van stukjes stengel, niet meer (zie foto 2 en 3) en hooguit een centimeter of twee groot. Maar die proppen bewegen, langzaam lijken ze onder water te worden voortgetrokken langs stengels of takjes. En aangezien er niets te zien is dat ze voorttrekt, moeten ze dat dus zelf doen. Hoe wordt echter niet duidelijk, ook niet met de neus vlak boven het water.
In zulke gevallen biedt het even ouderwetse als onvervangbare gidsje 'Sloot en plas in kleuren' uitkomst in de vorm van een verhelderende tekening. Daarop is te zien hoe er uit zo'n rommelpakketje een kopje en wat pootjes steken, pootjes die het hele gevaarte - met daarin een lang en kwetsbaar lijfje - in beweging brengen. Het zijn zogeheten kokerjuffers, de onder water levende larven van de schietmot, iets tussen mug en nachtvlinder in. Er zijn verschillende soorten die in dit stadium te herkennen zijn aan het gebruik van verschillende materialen voor de vervaardiging van hun 'koker'.
