Sluiers en waas

Langs wegen en kanalen, in bermen en bosranden, parken en perken verzachten de harde wintervormen. Worden met de mantel der liefde bedekt: witte sluiers, groen waas, roodbruine en roze nevels - jong, fris, beloftevol. Klimop oogt plotseling dof, vermoeid. De dekselse struiken laten zich gelden, laag takkenvolk dat zich - nu het kan - door kale kronen laat beschijnen: de fijne bloesem van de sleedoorn (foto 1), het jonge groen van meidoorns (foto 2), hazelaar, vlier en lijsterbes, het roodbruin van de vogelkers, het roze van krentenboompjes (foto 3).

Opgekropte energie barst onweerstaanbaar naar buiten - weer of geen weer, nu het eenmaal begonnen is. Er zit groei in de lucht, het pulseert, de kracht is voelbaar, tintelt op de huid; doodgewone bermen zijn zwanger van belofte. Zo bloeien zelfs de snelwegen op.