Stilte in de lentestorm

Na kermisattracties als krokussen, narcissen, hyacinten en tulpen, toont het voorjaar nu ook enige distinctie. Fijngesneden en geraffineerd witte bloemen, teruggetrokken in de schaduw van uitbottende bomen. Geen verlicht podium, maar koninklijke bescheidenheid en verstilling tussen het nog voortdenderende lentegeweld van Rhododendrons, Seringen en Blauwe regen: de gracieuze, roomwitte mini-klokjes van het Lelietje-der-dalen, de helderwitte sterretjes van de Daslook en de slanke, wit-met-groene bloemen waarover moeder Salomonszegel zich beschermend buigt.
Door hun bescheiden afmetingen, hun rustgevende wit-en-groen en de beschutte plekken die ze hebben gekozen, vormen zij een stilte in de voorjaarsstorm van zonverlichte kleuren, groot, groter en het groenste groen. Ze horen tot de leliefamilie of zijn daar nauw aan verwant en als ze zich eenmaal ergens hebben gevestigd, vormen ze al snel grote groepen. De Salomonszegel doet dat nog vrij bedaard, maar de Lelietjes-der-dalen bepaald niet en de Daslook kan hele bosbodems bedekken.

De Gewone of Veelbloemige Salomonszegel (Polygonatum multiflorum) is vrij algemeen. Zijn kenmerkend gebogen gestalte met de hangende bloemen is vooral te zien in de bossen op hogere grond. Hij breidt zich uit door kruipende wortelstokken waaruit ieder jaar nieuwe bloeistengels opkomen. Afgestorven bloeistengels laten op de wortelstok een zegelvormig litteken achter dat de plant zijn naam bezorgde.
Het Lelietje-der-dalen (Convallaria majalis) - bekend van de geurige zeep - komt vrij algemeen voor in bosrijke streken, liefst wat hoger en hellend. Eenmaal geplant, verspreidt hij zich snel met zijn stevige wortelstokken: door de hele tuin en daarna ook in de omgeving. Convallaria komt van Convallis (dal) en Leiron (lelie): lelie van het dal dus. En majalis betekent 'van de maand mei'.
De Daslook (Allium ursinum) is één van de wilde 'loken' in ons land en heeft dan ook een uien-bolletje onder de grond. Maar hij is de enige met brede, Lelietjes-der-dalen-achtige bladeren. De bloemen staan in een hoofdje, maar vormen niet zo'n kenmerkende bol als bij de Bieslook en de gewone ui. Van nature bevolkt de Daslook vooral vochtige bossen in de duinstreek en Limburg, waar hij door uitzaaiing enorme oppervlakken kan bedekken en dan al van verre te ruiken is. Deze look werd net als de Das met het bos geassocieerd, vandaar Daslook.

Tags: