Tournesol

Stralende hoofden die meedraaien met de zon - tourne-sol - de breedlachende hoofden van de zonnebloem. Niet de enkelingen in stoeptegel-tuintjes of groepjes in een beschutte achtertuin, maar zover het oog reikt, velden vol. Ah! La France! En misschien, als die voorspelde klimaatverandering nu eens een beetje doorzet, binnenkort ook in Nederland. Zo'n vrolijke zomernoot kunnen we wel gebruiken, als de bollenvelden zijn uitgebloeid. Hét symbool van de zomer, de zonnige zomer waar je elk jaar op hoopt, maar die zich helaas niet altijd - vaker niet - laat zien. Juist vanwege die onverwoestbare hoop waarschijnlijk, leent de zonnebloem zijn naam ruimhartig aan liefdadige instellingen, scholen, creches en verzorgingshuizen.

De grootste vertegenwoordiger van de composietenfamilie is achter de Nederlandse dijken vooral een bron van vermaak: een imposante versiering die met een beetje geluk aan het eind van de zomer knikkebollend op ons neerziet en niet zelden onderwerp is van een festelijke competitie. Wie heeft de allerhoogste? Maar in Fankrijk is hij serieuze handel en levert hij de bergen zaad voor gezondheidsartikelen, vogelvoer en natuurlijk de onvermijdelijke zonnebloemolie die de ouderwetse slaolie vrijwel geheel uit de schappen heeft verdrongen.

De grote bloem, die uit duizenden kleine bloempjes bestaat - want ja, een composiet - bloeit van buiten naar binnen. De bijen volgen ze op de voet, de bloempjes die zich langs een patroon van spiralen openen in de richting van het hart en de kern van het zonnebloemenbestaan: bloeien naar het hart toe.