Van Klein tot Groot hoefblad

Klein hoefblad groeit groter, maar zal nimmer Groot hoefblad worden. Van dat hele 'hoefblad' is trouwens nog niets te zien, voorlopig steken er alleen bloemen boven de grond en door het dorre gras. Van de ene dag op de andere staan ze even opvallend als verschillend te zijn: zachtroze bloemkegels van Groot hoefblad en gele paardenbloem-bloemen van Klein hoefblad, in kleine bosjes. Als eieren kwamen de bruinomwonden bolle knoppen uit de diepte en daar braken bloemen en schubbige stengels uit, zich razendsnel ontvouwend, geen tijd te verliezen.
En daar staan ze dan, de bijna naamgenoten. Een vroege en daarom extra gewaardeerde traktatie voor voedselzoekende bijen én een vroege, dus extra gewaardeerde traktatie voor voorjaarzoekende mensen. Vooral Klein hoefblad geeft het vroege voorjaar kleur. Samen met het speenkruid plant hij zon in bermen en slootkanten en baant de weg voor de echte paardenbloem.

Klein hoefblad (Tussilago farfara) en Groot hoefblad (Petasites hybrida) horen wel tot dezelfde familie - de uitgebreide familie van de composieten - maar daarbinnen tot afzonderlijke geslachten, waarvan ze beide in Nederland de enige vertegenwoordiger zijn. Wat hen - behalve dat onzichtbare blad - bindt, is hun voorliefde voor bermen en slootkanten. En voor storingssituaties: ze groeien graag waar de grond niet lang geleden op de schop is geweest.

Later in het voorjaar zullen van beide hoefbladen de bloemstengels uitrekken, de typische zaadpluizen van composieten gaan vormen en uiteindelijk met hun vermoeide kopjes gaan hangen. Tegen die tijd zijn ook de bladeren tevoorschijn gekomen en inderdaad: klein bij Klein hoefblad en groot tot heel groot bij Groot hoefblad.