Ze groeien snel. En geruisloos. Nog geen samba, rumba of merengue te horen. Voor je er erg in hebt hangen ze aan hun typisch gekromde, met bladrozetjes bezette takken: de kalebassen in de kalebassenboom (foto 1). Zoals eerder ook geheel onverwacht die bijzondere - maar groenige, dus van afstand weinig opvallende - bloemen verschenen (foto 2). Gewoon in de tuin. Maar het had ook ergens langs de weg kunnen zijn, waar de lange, onder de wind duikende takken hun proto-muzikale kunsten vertonen. Of aan zee. Of op de flanken van de steile, rotsige heuvels (foto 3).
Kalebas is een verzamelnaam voor allerlei stevige, pompoenachtige vruchten. Er is echter maar één kalebassenboom of: kalebasboom. Die hoort thuis op de Caribische eilanden en in Midden-Amerika en levert de enige echte maracas, ook wel bekend als sambaballen, een van oorsprong Indiaans instrument.
Het zijn bomen die al laag bij de grond vertakken, maar die takken - die zich uiteindelijk breed en horizontaal spreiden - vertakken zelf vervolgens maar weinig. Zo ontstaat een bijzonder silhouet, zeker als er ook nog rijpende kalebassen aan de takken hangen. De bladeren zitten in rozetten op de takken en ook de grote, groengele bloemen ontspringen direct uit het hout van de takken, om na bevruchting door vleermuizen (!) plaats de maken voor de uitdijende kalebassen. Met de papperige inhoud wordt tegenwordig niet veel meer gedaan. Wel met de gedroogde harde schil: potten, lepels, siervoorwerpen en maracas dus.
Zaadjes erin, steel eraan, versiering erop. En gaan!
- « Vorige weblog Valse lenteboden (7 februari 2013)
- Volgende weblog » Monarchvlinders (21 februari 2013)