De zaadjes van de Ambrosia zitten als onbedoelde bij-oogst in zaaigraan voor de landbouw en worden zo al even onbedoeld geholpen in hun verspreiding. De eerste waarneming dateert al van 1875, waarna de Ambrosia zich uitbreidde. Langzaam, dat wel. Het is dan ook een plant uit het zuidoosten van de VS, die alleen in warme zomers kiemkrachtige zaden produceert. Sinds 1996 wordt een snellere toename geregistreerd, wat vermoedelijk met de klimaatverandering samenhangt (warmer, droger), maar wellicht ook met een extra verspreiding via zaadmengsels voor bloeiende bermen en de aanwezigheid van Ambrosiazaden in strooivoer en vetbollen voor de vogels.
Is dat erg? Het is best een aardige plant om te zien, al zijn de bloempjes minuscuul en groenig-wit. Vooral als je van de sierlijke bladeren houdt, gelijkend op die van de Bijvoet of de Alsem (vandaar de naam Alsemambrosia; er zijn ook nog twee andere), ben je geneigd hem te laten staan. Toch is dat niet verstandig. Niet alleen reageren sommige mensen slecht op aanraking van het blad, veel erger is dat het pollen zeer allergeen is, pollen dat bij wind dagenlang in de lucht kan blijven en over over grote afstanden worden verspreid. De reactie op dit stuifmeel kan zo heftig zijn dat ziekenhuisopname nodig is. En dat alles aan het eind van de zomer en in het begin van de herfst - de bloeitijd van de Ambrosia - wat ooit rustige hooikoortsmaanden waren. In zijn verlengt verlengt de Ambrosia het hooikoortsseizoen zo met meerdere maanden.
Toch maar uittrekken dus, voor de zekerheid met handschoenen aan. Maar gooi uitgetrokken planten met rijpend zaad niet in de GFT-bak, want via de compost kunnen die zaden juist weer verder worden verspreid.
- « Vorige weblog Lintbloemen (28 juli 2022)
- Volgende weblog » In schoonheid vergaan (27 september 2022)