Warme nestjes ...

Een nest staat voor warmte en geborgenheid, waar vogels zich 's nachts en in gure winters kunnen terugtrekken. Aan de nu eenmaal gebrekkig geschapen natuur - vol met intensief bouw- en sleepwerk, nare kou, rovers en aan hun lot overgelaten vogeltjes - willen wij in onze grenzenloze dierenliefde wel wat verbeteren en aanvullen en zo verschijnen er naast de massaal uitgehangen vetbollen ook comfortabele, kant-en-klare vogelhuisjes. Wie weet binnenkort ook met verwarming en andere gemakken. Wat zo zouden wij dat zélf willen, een warm nestje.

Het is niet voor niets dat we het woord nest gebruiken voor een knus huis, het warme gezin waarin we opgroeiden en voor ons warne bed. Maar bij vogels werkt het niet zoals bij mensen: voor hen is een nest in de eerste plaats de plek waar eieren gelegd en uitgebroed moeten worden, de jongen grootgebracht. Zo veilig mogelijk inderdaad en ook beschutting gevend aan het gebroed. Maar daarna wordt het nest verlaten, ook de kastjes die zo hulpvaardig werden ogehangen. 's Nachts zoeken de vogels wel een beschutte plek, maar dat hoeft geen nest te zijn en is dat vaak ook niet. Maar het kán een vogelhuisje zijn, zij het alleen voor in de nacht. En als dat niet door andere 'daklozen' is gekraakt, want dat gebeurt ook.

Maar in het voorjaar, als het broedseizoen weer voor de deur staat, wordt het hebben van een eigen nest weer een item. Dus dat wordt bouwen of op zoek naar een leegstaand nest dat past. Jonge vogels gaan daarvoor vaak terug naar de omgeving waar ze werden geboren, soms kunnen ze zelfs op hun oude adres terecht. Maar vaker zullen ze er zelf een moeten bouwen of een nieuwe, door mensen verstrekte modelwoning betrekken. Maar voor wie dan het enorme vogelhuis is dat ik - naast de twee bescheiden optrekjes - in de omgeving van Pesse ontdekte, blijft vooralsnog een onbeantwoorde vraag.