Ze worden eropuit gestuurd om te werken voor het collectief, hard te werken, de vele naamloze werksters die samen grote, strak georganiseerde bijenvolken vormen. In naam van hun koningin, de honingvoorraad en de uitbreiding van hun Honingbijenvolk. Met jaloerse blikken zien ze hoe andere bijen eigen baas zijn en rondzoemen zoals het ze uitkomt: beetje zonnen, hier wat nectar zuigen en daar nog wat stuifmeel meepakken. Genoeg voor vandaag en die paar larven in het eigen nest. Rustig aan, geen zorgen om morgen. Zondagsbijen. Nee: Paasbijen zijn het.
De Honingbijen (Apis mellifera) zijn met veel - veel volken en veel bijen per volk - en ze worden gehouden als vee, gehuisvest in bijenkasten. Andere bijen zijn met weinig, vaak alleen, maar er zijn wel honderden soorten van, alleen in Nederland al. Wilde soorten. En al heten ze soms Graafbij, Behangersbij of Metselbij, het zijn geen 'werksters' zoals de Honingbijen, eerder kleine zelfstandigen die niet in grote bijenkasten huizen, maar in kleine holtes in hout, in steen of in de grond.
Er is veel te doen om de Honingbij die oorspronkelijk uit Afrika komt, maar nu in diverse rassen overal ter wereld wordt gehouden. Hij zou met uitsterven worden bedreigd, terwijl zo ongeveer onze hele voedselproductie ervan afhankelijk is! We zijn dol op rampscenario's. In feite is wereldwijd ongeveer 30% van de landbouwproductie afhankelijk van bestuiving, waaraan ook allerlei andere insecten een bijdrage leveren. Maar er is zeker iets aan de hand. Naast de ziekte-uitbraken die nu eenmaal bij alle intensief gehouden dieren voorkomen, is er ook sprake van moeilijk verklaarbare sterfte. Nieuwe bestrijdingsmiddelen (Neonicotinoïden) worden verdacht en zijn binnen de EU voor de zekerheid voorlopig verboden. Het laatste nieuws is dat een combinatie van uiteenlopende bestrijdingsmiddelen de boosdoener zou zijn.
Is de Honingbij al aan het verdwijnen? Nee hoor, na een tijdelijke daling tussen 1990 en 2000 blijft het aantal via de gebruikelijke fok op peil. En alleen voor Europa moet daarbij al gedacht worden aan miljoenen (!) volken. Er zijn wel plaatselijke tekorten, namelijk waar door uitbreiding van de teelt van biobrandstofgewassen (Koolzaad, Zonnebloem) plotseling veel meer bijen nodig zijn.
Voorlopig zijn ze overal te zien, de Honingbijen, aan het werk in tuinen, bermen, parken, heidevelden en akkers waar ze nectar zuigen tot ze niet meer kunnen en stuifmeel verzamelen tot dat in dikke klompen aan hun achterpoten hangt.
- « Vorige weblog Jeugdig enthousiasme (10 april 2014)
- Volgende weblog » Dromerige Dotters (24 april 2014)