Witte vingers

Van de ene op de andere dag zijn ze er, steken er lijkbleke vingers door het korte, winterklare gras. Spookachtige verschijningen die zwellen tot er iets scheurt en dat wat een hoed moet worden loslaat van dat wat een steel blijkt te zijn. Een dun ringetje laat zien waar de hoed aan de steel zat (foto 3). Om het leven van een geschubde inktzwam te volgen, moet je snel zijn, want de hoed wordt nog maar nauwelijks en met veel moeite wat omhoog getild (foto 2) of hij begint aan de rand al weg te smelten tot de voor inktzwammen zo typerende inktzwarte drab (foto 1).

De geschubde inktzwam is de grootste en meest herkenbare van de ongeveer honderd soorten inktzwammen in Nederland. Zijn witte voorkomen als hij nog jong is, zijn plotselinge opduiken uit het gras van gazons en weilanden, de vezelige schubben op zijn hoed en het naar glimmend bruin verkleurende kruintje bij het ouder worden: alles bij elkaar kan het bijna niet missen. En natuurlijk de zwarte inkt die overblijft van de eerst witte en daarna roze lamellen ('plaatjes') onder de hoed van deze plaatjeszwam.
Verreweg de meeste paddenstoelen die er ook uitzien als paddenstoelen zijn plaatjeszwammen. De boleten zijn de belangrijkste, of in elk geval bekendste uitzonderingen. Dat zijn zogenaamde buisjeszwammen. Zij hebben geen sporendragende lamellen, maar buisjes onder hun hoed. Binnenin deze buisjes, die samen voor een sponsachtig uiterlijk zorgen, rijpen hun sporen.

Waar andere inktzwammen doorgaans in grote groepen bij elkaar staan - op verterende houtsnippers bijvoorbeeld - kom je de geschubde inktzwam ook wel eens in zijn eentje tegen. Dat kan trouwens ook heel goed in het voorjaar zijn, want hij is niet gebakken aan de herfst. Hoewel bijzonder op zijn eigenwijze manier, is de geschubde inktzwam allesbehalve zeldzaam. Dat komt goed uit voor de meer culinair ingestelde paddenstoelenliefhebbers, want hij is - zolang hij jong en wit is - goed eetbaar.

Maar bovenal is deze gewone paddenstoel mysterieus en mooi en lekker dichtbij huis te zien.