Wolfspin, jager op 8 poten

Ze maken geen web, zelfs geen val van spinseldraden, maar zwerven als jagers rond: de wolfspinnen. Ze zijn snel en sterk en hebben grote ogen. Inderdaad, net als de wolf van Roodkapje. Behoorlijk eng om te zien, dat mag je wel zeggen. En waar over de komst van de echte wolf alleen nog maar gespraat wordt, zijn zij hier allang. Nooit weggeweest. Ze lopen door de tuin, vlakbij huis, in weilanden, op heidevelden en een enkele zelfs over water. Gelukkig zijn ze vrij klein en aan de schuwe kant, zodat we ze niet steeds in al hun acht (!) ogen hoeven te kijken.
Ze mogen er eng uitzien - één heet zelfs 'lugubris' - gevaarlijk zijn wolfspinnen niet. Behalve als je insect bent. Ze sluipen en loeren als een wolf, rennen en bijten als een wolf: hun naam - ook in het engels en latijn - kregen ze niet zomaar. Er zijn vele soorten, alle met dat langwerpige kopborststuk en die stevige poten. In kleur variëren ze van lichtgrijs tot bruin en zwart, in lijflengte van 2 tot 40 mm. Ze zitten overal, tot in poolgebieden toe.
Kenmerkend zijn ook de meegezeulde ei-cocons (foto 2) die er soms uitzien als een vergroot achterlijf (foto 3). Als het tijd is, bijten ze die open om de jonge spinnetjes eruit te laten.

De Grote Wolfspin (Pisaura mirabilis, foto 1 en 2) is bruin en ca. 2 cm lang. Hij leeft op en rond de hei en is een kraamkamerspin: om de ei-cocon wordt een spinselkamer geweven, waarin de jonge spinnetjes na het openbijten van de cocon de eerste tijd verblijven. Moeder houdt buiten de wacht (foto 1). Voor de paring brengt het mannetje het vrouwtje een geschenk en terwijl zij dat eet, probeert hij te paren. Lukt dat niet, dan was het meteen zijn laatste daad. Het opeten van sexbeluste mannetjes is bij spinnen vrij normaal, maar bij wolfspinnen een uitzondering: daar zijn het doorgaans de mannetjes die 'te oude' vrouwtjes liquideren.
De Tuinwolfspin, ook wel Gevlekte Wolfspin (Pardosa amentata, foto 3), is donkergekleurd en 6-8 mm lang. Na het openbijten van de ei-cocon klimmen de jonge spinnetjes op de rug van hun moeder, waar ze hun eerste dagen slijten. Moederliefde, ja.