Wufte Waterjuffers

Massaal stijgen ze op uit de bewogen oeverbegroeiing waarin ze deze zomerse dag waren neergestreken. Om weer te landen zodra de rust is weergekeerd. Want ze zitten liever dan ze vliegen. Zijn dan ook niet ver van de plek waar ze werden geboren en hun jeugd doorbrachten, onder het wateroppervlak, vlakbij, twee meter is al ver. Blijf vooral zitten. Ze hóeven ook niet veel: hapje eten, beetje copuleren, eitjes leggen, zitten. En mooi zijn. Maar met die gazen vleugels en dat blauw, rood en zwart op hun ranke, metaalglanzende lijf gaat dat vanzelf.

Vanzelf, dat geldt niét voor de copulatie. Een hoogstandje is dat, een acrobatische omhelzing (foto 3). Het mannetje pakt het vrouwtje met het uiteinde van zijn achterlijf achter haar kop vast, het vrouwtje kromt dan haar lange lijf naar voren, ónder dat van het mannetje door en vangt met de punt van haar achterlijf het sperma op. Dat kan even duren en al die tijd zitten ze zo op een stengel of een grasspriet, zich met hun zes poten stevig vastklampend. Als het echt niet anders kan, wordt de copulatie onderbroken. Maar het mannetje blijft het vrouwtje wel in haar nek vasthouden, waardoor ze in een tandemvlucht wegvliegen.

De Waterjuffers behoren tot de Libellen en vormen daarbinnen een eigen groep. Ze zijn een stuk kleiner dan de echte (grote) libellen, die wél graag vliegen en daar ook veel beter in zijn. De iele waterjuffers zijn al gauw een speelbal van de wind, maar moeten toch regelmatig opstijgen, al was het maar om zo af en toe een een vliegend insect als maaltijd uit de lucht te happen. Om de prooi vervolgens wel weer zittend te verorberen (foto 2). Ook als vleugelloze pubers onder water - de larven of 'nimfen' - zijn het al rovers die het voorzien hebben op waterinsecten en muggenlarven. Eenmaal groot genoeg kruipen ze langs een stengel boven water, verpoppen geketend aan die stengel om tenslotte als gevleugelde volwassenen uit die pop te kruipen.

De soorten Waterjuffers zijn moeilijk te onderscheiden, behalve de Beekjuffer die als enige donkere vleugels heeft. Binnen de soorten variëren de kleurpatronen nogal. De combinatie blauw-zwart komt het meest voor, maar geel, groen en rood met zwart ook. Er is zelfs een geheel rode die Vuurjuffer heet.
Voor ons gemak en vermaak hebben de Waterjuffers gemengde hangplekken langs de waterkant: binnen een paar vierkante meter zijn al snel meerdere soorten van die wufte juffers te spotten.

Tags: