Zilte schatten

De zee bij Bonaire is een wat groot uitgevallen schatkamer. Al meer dan 400 jaar is ze hofleverancier van zout en een niet opdrogende bron van wahu, dradu, mulatu en andere verse vissen. Een juweel bovendien: veelkleurig spiegelend in de luwte, melkwit schuimend tegen rotsige kust. En ónder spiegeling en schuim spant zich een onwaarschijnlijke regenboog van koralen, vissen, sponzen en zeeschildpadden. Haar oppervlak koelt de wind, stuurt een bui mee. En altijd zijn er de fregatvogels, vliegende ankers waarmee ze zich aan het land hecht.

Die fregatvogel is een imposante verschijning. Met een spanwijdte van meer dan twee meter zweeft hij moeiteloos boven zee, zijn staart soms in één punt, dan weer in een brede vork gespreid, de mannetjes geheel zwart, de vrouwtjes met een witte borst. Tussen de lange periodes van lui zweven door gaan ze op jacht. Scheren dan over het water en de vis die zich aan de oppervlakte waagt, haken ze er met hun haaksnavel uit, wat soms bijzondere capriolen oplevert. Die acrobatische aanleg gebruikt de fregatvogel ook om andere vogels hun prooi afhandig te maken. Of om het visafval bij vissersboten te bemachtigen, want ook daar zijn ze niet vies van. Fregatvogels die binnenvarende vissers volgen is dan ook geen ongewoon verschijnsel. Maar als de vissers uitvaren zijn de rollen omgedraaid: dan volgen zij de fregatvogels die hen wijzen waar de vis zit.
Dat is dan niet de vis waar de vele duikers en snorkelaars voor komen, nou ja: wél bij het diner natuurlijk. Duiken en snorkelen concentreert zich rond de koraalriffen en alles wat daaromheen beweegt aan kleurige vissen - inclusief moeralen, roggen, haaien en barracuda's - zeekomkommers, schildpadden, inktvissen, kreeften en slakken en dat alles in vele vormen, soorten en maten. Dat koraal ligt overigens rond het hele eiland, reden waarom de complete kustlijn is aangewezen tot natuurreservaat. Het is de belangrijkste trekpleister voor toeristen en er zijn dan ook tientallen duikscholen. En de meeste huurauto's zijn pick-ups waarin het duikmateriaal naar de duikplekken kan worden vervoerd, terwijl talloze boten en bootjes de liefhebbers naar verderaf gelegen plekken brengen, bijvoorbeeld Klein Bonaire.

Het zout is echter de oudste schat uit zee. Ruim vier eeuwen geleden begon de West-Indische Compagnie die te winnen, waartoe slaven het hele zuidelijke deel van het eiland omvormden tot een stelsel van zoutpannen, dat tot op de dag van vandaag is blijven bestaan: een adembenemend palet van blauwe, turkooizen, zeegroene en roze zeewaterakkers. Na het indrogen van het zeewater moest het witglinsterende zout van de bodem worden losgehakt en bijeengegaard. Wat Cargill nu met grote machines doet, 400 miljoen kilo per jaar.
Meer over zout en slavernij in de blog 'Zout' dd 29-3-2012, te vinden onder de Tab 'Bonaire'.

En de fregatvogel hangt aan zijn onzichtbare draden, wakend over de zilte schatten.

 

Tags: