Nog herstellende ben ik maar weinig buiten geweest, maar meer dan genoeg om - net als andere jaren - onder de indruk te raken van de jaarlijkse uitbarsting van speenkruid. Hoewel dat bij voorkeur in de schaduw of de halfschaduw groeit, houdt dat toch veel van de zon: de bloemen kunnen niet wachten tot de stralen door de vaak nog kale takken vallen om zich dan te openen tot feestelijke zonnetjes zwevend boven een bedje van vochtig, diepgroen blad. Het kwetsbaar ogende plantje manifesteert zich in forse plakkaten of zelfs indrukwekkende tapijten met een bloei die vaak eind februari al begint en aanhoudt tot in mei.
Het speenkruid wordt tegenwoordig tot de boterbloemen gerekend en luistert dan ook naar de wetenschappelijke naam Ranunculus ficaria, maar binnen dat geslacht mag het best een buitenbeentje worden genoemd. Want waar alle boterbloemen standaard vijf afgeronde kroonblaadjes hebben, pronken de speenkruidbloemen met acht (of meer) langwerpige kroonblaadjes. En dan die speen in speenkruid. Dat zou slaan op ondergrondse knolletjes in de vorm van speentjes en een paar jaar geleden heb ik eens de moeite genomen om een 'opgraving' te doen. Op foto 3 is het resultaat te zien: het klopt. Maar dat geldt net zo goed voor dat ficaria in de naam (van ficus, vijg), daar hebben de knolletjes immers ook wel wat van weg. Maar genoeg over dat ondergrondse, de bovengrondse pracht is meer dan genoeg om het voorjaar mee door te komen, leve het onuitputtelijke zonnetjeskruid.
Zonnetjeskruid
Geplaatst op 30 maart 2022