Zout: rijkdom en pijnplek van Bonaire

Het zout der aarde komt hier uit zee. De Solar Salt Works nemen het zuidelijke, pannenkoekplatte deel van Bonaire geheel in beslag. Zoutpannen. De ondiepe sawa-achtige bassins, waarin binnengelaten zeewater wordt ingedampt, liggen blauw, groenig en vooral roze in het gelid (foto 1). Wit glinsterend waar het laatste water is verdwenen en buldozers al klaarstaan. Zoutpiramides (foto 1) wachten op transport, om uit naam van Cargill bij te dragen aan het lenigen van 's werelds onstilbare honger naar zout, ooit een schaars en kostbaar goed.
Om die reden - schaars en kostbaar - was zoutwinning een belangrijk project in de koloniale tijd, een slavenproject. Al meer dan 400 jaar geleden begonnen, toen de behoefte aan zout groeide en de winning ervan uit het zilte Zeelandse en West-Brabantse veen dat niet meer kon bijbenen. Ook de aanvoer door de grote zoutleveranciers van die tijd - Spanje en Portugal - stokte vanwege de Tachtigjarige Oorlog. Daarom moesten slaven op Bornaire zoutpannen aanleggen en daar vervolgens zout winnen: het loshakken en bijeenschrapen van het zout dat an indrogen van het zeewater achterbleef. Zwaar werk in weer en wind, hitte en zon dus. Lange dagen en slapen in de open lucht, later in lage slavenhuisjes. Deze stenen huisjes - bijzonder voor die tijd - staan er nog. Staan een gedenkteken te zijn. Op zaterdag moesten ze te voet naar Rincón, helemaal in het noorden, waar de families woonden. Daar kregen ze dan hun weekrantsoen en konden ze 's zondags naar de kerk. En dan weer terug. Lopen. Voor het zout, alles voor het zout.

Ook pekelkreeftjes zijn dol op zout. Zij zijn er de oorzaak van dat het indrogende zeewater steeds sterker roze kleurt, evenals de flamingo's (foto 2), die namelijk op hun beurt weer dol op pekelkreeftjes zijn. Met ingenieuze snavels worden ze uit het water gezeefd. Niet zo vreemd dus dat zich hier de grootste flamingo-kolonie ter wereld bevindt, de broedplaatsen op beschermde percelen tussen te zoutpannen. Daar leggen zij hun eieren in hun merkwaardige nesten: van slik gemetselde omgekeerde bloempotten. Zoiets. Nou ja, whatever works.

Rond het hele complex van zoutpannen, inlaatpunten, piramides en broedterreinen - waar nu  jaarlijks 400 miljoen kilo zout wordt gewonnen - spoelt de zee in drie kleuren blauw. Minstens. Aan de westelijke - luwe - kant regeren de pelikanen. Duikers gaan hier te water om zich te vergapen aan 'the wonders of the deep', zoals de evangelische zender Trans World Radio toepasselijk de Evangelist Johannes citeert, onder een kleurige muurschildering. Aan de oostelijke - ruwe - kant spatten golven op (foto 3). Hier zit het zout ook in de lucht.

Tags: