Zwillbrocker Flamingo's

Flamingo's in een kikkerland? Nou, op een haar na: ze zitten - een beetje pesterig - nét over de grens. Ze houden domicilie in het Zwillbrocker Venn, een plas in een overgeschoten stukje hoogveen in Duitsland, helemaal tegen de Nederlandse grens aangedrukt. Omgeven door moerassig bos, dikke pollen gras in het stille water en bloeiende Sleedoorn wat hogerop, ligt een grote door turfwinning gevormde plas met in de verte een langwerpig eilandje waarop de Flamingo's zich hebben verzameld. Maar rust is er ver te zoeken: het is ook de grootste Kokmeeuwenkolonie van Duitsland.

Flamingo's zijn geen heel ongewone verschijning in Nederland, dat wil zeggen: als dwaalgasten uit Zuid-Europa. Want voor vogels is dat niet ver. Maar om hier 'ijskoud' een kolonie te vormen, te broeden en jongen groot te brengen? Tegen de Nederlandse grens? Ach, na de doorbraak van de Halsbandparkieten hoeven we ons nergens meer over te verbazen en als er eenmaal een begin is...
Maar wat wás eigenlijk dat begin? Niet één begin zo blijkt, maar twee: afgedwaalde Zuid-Europese flamingo's aan de ene kant en uit gevangenschap ontsnapte Zuid-Amerikaanse flamingo's aan de andere, lotgenoten die in een merkwaardig monsterverbond samen een kolonie zijn gaan vormen. Daar broeden stelletjes gebroederlijk en gezusterlijk op hun ene ei per jaar en laten er hun grijs-wollige jongen opgroeien tot lichtroze Europese of oranjeroze Chileense flamingo's.

Half april, ze zouden baltsgedrag moeten vertonen, hun spectaculaire vogelballet. Maar in de late middagzon is daar niets van te zien: de verrekijkers tonen slechts een stuk of dertig sloom bij elkaar staande, buitenissig gekleurde langbeenvogels, omringd door duizenden meeuwen en de bijbehorende herrie. En de volgende ochtend is er helemáál niets te zien, want er hangt een dichte nevel die ook het geluid wat lijkt te dempen. We moeten het maar geloven. Want elk jaar worden er eieren gelegd en jongen grootgebracht die aan het eind van de zomer worden geringd. In het najaar vertrekt de groep naar plekken waar het water niet dichtvriest, de Zeeuwse wateren vooral.
Maar in het voorjaar keren zij trouw weer terug, om alles weer van voren af aan te laten gebeuren en zo hun permanente aanwezigheid in onze contreien te bevestigen en te verstevigen.

Tags: