Weblog van de (on)gewone natuur
Schaatsen in de zomer
Een stip op het water, doodstil. Maar opeens schiet die vooruit, een streep van een halve meter, een meter. Daar gaat er nog een. En dan zijn er een heleboel: donkere, langwerpige beestjes die hoog op hun pootjes over het water zwieren, een poosje roerloos wachten en dan weer een sprintje trekken.
Wilgenroosjes
Het smalle blad is dat van een Wilg, maar er zijn geen katjes, geen takken, geen stammen of knoestige knotten. Wel lange aren vol purperen bloemen en slanke, kaarsrechte stengels. Wilgenroosjes zijn het, stoere berm-en-bosrandbewoners die daar vaak het stokje van het Vingerhoedskruid overnemen.
Bruidsvlucht
Voor mieren is het geen film, Bruidsvlucht, maar het jaarlijkse feest van massaal uitvliegen en sex, van opgewonden jonge mannetjes en gewillige jonge vrouwtjes die mierenkoningin willen worden. Geen binnengedrongen Drentse Bosmieren deze keer: die hebben inmiddels hun Waterloo gevonden.
Siciliaanse citroenen
Het oranje van sinaasappelen gloeit op in lage, diepgroene bomen langs een stoffige weg. Nog meer dan anders vanwege het WK-voetbal. De zachtgele grapefruits hangen teruggetrokken tussen het blad, onnodig bescheiden, terwijl de citroenen brutaal-geel knipogen in de felle zon.
Oude graanbewoners
Langzaam verkleurt het graan van groen naar zomergeel, zacht wuift het in de wind; kleine golfjes rollen over het oppervlak van dicht opeenstaande aren. Grote vlakken, strakke lijnen, egale kleuren. Zelfs het weinige onkruid neemt de kleur van stengels in het gelid aan. Voer voor stilisten.
Witte zwanen, Zwarte zwa...
Bij witte heb ik het nooit, maar zodra ik een zwarte zwaan zie, hoor ik stemmen mijn hoofd. Kinderstemmen die een oud versje zingen: "Witte zwanen, Zwarte zwanen, wie gaat er mee naar Engeland varen? Engeland is gesloten, de sleutel is gebroken, is er dan geen smid in het land, die de sleutel maken kan?
Zere-ogenbloemen
Plotseling schoot hij me weer te binnen, de naam die we als kind gebruikten voor de witte voorjaarsbloemen langs de Monnickendamse vesting: Zere-ogenbloem. Van Fluitenkruid hadden we nog nooit gehoord en evenmin dat je van die dikke, holle stengels fluitjes zou kunnen snijden.
Bonaireaans dauwtrappen
Geen dauw, wel vroeg. Vlak onder de top van Seru Largu ('grote berg') klinken gedempte stemmen, de vogels zwijgen, het is 06.30 uur. Het wijdse uitzicht over het bewoonde deel van Bonaire hangt vol ochtendgrijs, daarachter daalt een bijna volle maan af naar zee. Stevige schoenen, veel water en goede moed.
Het uur van Kelki Hel
Vroege zon landt zacht op de citroengele trompetbloemen van Kelki Hel ('gele kelk') die uit een dikke haag glimmend groene bladeren omhoog reiken. Een weldaad voor het oog. Hij slingert zich liefdevol langs kale hekken, deze druistige klimmer, en tovert elke morgen nieuwe bloemen tevoorschijn.
Ogen op steeltjes
Een klein strandje, heel vroeg. Vol loopsporen en mysterieuze gaten, verder verlaten. Of beweegt daar iets? En daar? Het heeft de kleur van het zand en als je kijkt is het weg, verdwenen in één van die vele openingen. Pas na een poosje durven ze langer boven te blijven en zich aan het mensenoog bloot te stellen.