Winkler Prins, Jacob (1849-1904)

Rijp

Nu glinstert alles van witte rijp.
De dunne berkentakjes zijn bedekt
met wollig dons, dat wonderbaarlijk blinkt.
Het groene koolblad, dat zo sierlijk krult
aan lange stengel, vonkt van diamant.
In de schaduw van de doornenheg hangt, laag
Er tegen aan, in 't windje wuivend, rag,
Dat door ijspluimpjes dik omsponnen werd.
En lager tegen de aard straalt het gele gras
Wijd uitgebloeid, hoog opgeschoten, fijn,
Zijn zijden aartjes pluisdun inn de lucht,
Zo kostelijk fraai met edelsteen getooid,

Abonneren op RSS - Winkler Prins, Jacob (1849-1904)

Home button