Holland

   Grauw is uw hemel en stormig uw strand,
Naakt zijn uw duinen en effen uw velden,
   U schiep natuur met een stiefmoeders hand,
   Toch heb ik innig u lief, o mijn Land!
   Al wat gij zijt, is des Vaderen werk;
Uit een moeras wrocht de vlijt van die helden,
   Beide de zee en de dwing'land te sterk,
   Vrijheid een tempel en Godsvrucht een kerk.
   Blijf, wat gij waart, toen ge blonk als een
   bloem:
Zorg, dat Europa de zetel der orde,
   Dat de verdrukte zijn wijkplaats u noem',
   Land mijner Vad'ren, mijn lust en mijn roem!
   En wat de donkere toekomst bewaart,
Wat uit haar zwangere wolken ook worde,
   Lauw'ren behoren aan 't vlekloze zwaard,
   Land, eens het vrijst en gezegendst der aard.

Home button