Arno

Hij wil ze verleiden
met bruin wolkend water
zijn troebele blik
mee te gaan, onder
de Ponte Vecchio door
de oude brug
daar drommen ze
op de open bolling
van de hardstenen rug
en kijken, maar ze mijden
zijn smekende ogen
glijdt dan zwijgend
door de schaduwgrens
van grijsgranieten bogen
voort, langs steile oevers
van zandgeel pleister, terracotta
zelfgenoegzaam marmer
haastig stromend
naar de vriendelijke velden
waar hij vertraagt en verwijdt,
voorbij, maar nooit voorbij,
gegaan, maar blijven komen
uit de waasblauwe heuvels
eeuwig op weg naar zee
en eens
eens neemt hij alles
en iedereen mee.

Tussen de monumenten van Florence, die - oud en ouder, groots en grootser - strijden om de aandacht, stroomt de Arno. Onopgemerkt. De bruggen zijn belangrijker dan wat ze overspannen. Vanaf het midden van de Ponte Vecchio ziet men hem wel, maar de blikken trekken naar de koepels, campaniles en palazzos die oprijzen uit de steenmassa. Hij voelt zich eenzaam, niet gewaardeerd. Berust voor nu. Maar ééns...

Home button